vergoedingsrecht vanwege schenking

l.scheepens • May 14, 2019

Bestaat er een recht op vergoeding als de geschonken bedragen zijn opgegaan in de huishouding?

Op 5 april 2019 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in het kader van het Huwelijksvermogensrecht. Ons hoogste rechtscollege heeft met deze uitspraak een einde gemaakt aan de onduidelijkheid die heerste omtrent bepaalde vergoedingsrechten. Deze onduidelijkheid werd met name veroorzaakt door het Hof Den Bosch. Met de uitspraak van 5 april 2019 maakt de Hoge Raad korte metten met de afwijkende lijn die werd gevolgd in Den Bosch ten aanzien van de vergoedingsrechten. Het ging om het volgende.
Partijen waren in gemeenschap van goederen gehuwd. De vrouw had een schenking van € 10.000,00 ontvangen onder een uitsluitingsclausule en het bedrag was gestort op de gezamenlijke bankrekening van partijen. Na de scheiding werd de echtelijke woning verkocht waarbij een overwaarde werd verzilverd van € 30.000,00. Het saldo van de gemeenschap was positief. Bij veel rechtbanken en gerechtshoven werd al de redenering gevolgd dat de gemeenschap gebaat is geweest met de schenking en dat de gemeenschap (bij een positief eindsaldo) een vergoeding dient uit te keren. Het Hof Den Bosch besliste evenwel vaak anders als na de scheiding niet meer te achterhalen was waaraan het privé-geld was uitgegeven. Dit bewijsprobleem kwam dus voor rekening van degene die de schenking onder uitsluitingsclausule had ontvangen.
De zaak waar het hier om gaat diende eerst bij de rechtbank Oost-Brabant en daarna bij het Gerechtshof Den Bosch en de vrouw had daarom waarschijnlijk aangevoerd dat het geschonken bedrag was geïnvesteerd in de woning. Als zij dat had kunnen bewijzen dan had het Gerechtshof Den Bosch haar een vergoedingsrecht toegekend. De vrouw kon echter niet bewijzen dat het geld in de woning was geïnvesteerd en zij eindigde met lege handen. Het Hof oordeelde dat het geld op de en/of rekening terecht was gekomen en niet meer traceerbaar was. Omdat niet meer kon worden achterhaald waaraan het geld was besteed concludeerde het Hof dat partijen de gelden hadden geconsumeerd hetgeen geen aanleiding meer gaf tot een vergoedingsrecht. De zaak werd daarop voorgelegd aan de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat de vrouw wel een vergoedingsrecht toekwam. Dat de schenking is gestort op de gemeenschappelijke bankrekening en vervolgens is aangewend voor diverse bestedingen, doet volgens de Hoge Raad niet af aan het vergoedingsrecht van de vrouw. Door vermenging is het geschonken bedrag tot het gemeenschapsvermogen gaan behoren en de wet brengt dan mee dat de vrouw als gevolg van deze vermogensverschuiving in beginsel recht heeft op een vergoeding van dat bedrag. Ook uitgaven in verband met consumptieve bestedingen zijn aan te merken als voldoening van gemeenschapsschulden. De gemeenschap is daarmee gebaat. Indien de vrouw privéschulden zou hebben voldaan zou er geen vergoedingsrecht ontstaan. Omdat volgens de wet alle schulden tot de gemeenschap behoren met slechts een enkele uitzondering, geldt hier een bewijsvermoeden ten gunste van de vrouw. In dit geval ligt het dus op de weg van de man om te bewijzen dat de vrouw geen vergoedingsrecht te gelde kan maken, bijvoorbeeld door aan te tonen dat uit het gemeenschapsvermogen privéschulden van de vrouw zijn voldaan. De Hoge Raad geeft ook aan dat partijen afspraken kunnen hebben gemaakt die tot een ander oordeel leiden.
Eenvoudig samengevat geldt aldus dat een onder uitsluitingsclausule ontvangen schenking moet worden vergoed, ook al is het geld besteed aan vakanties en dure etentjes, indien de gemeenschap toereikend is. Als er dus geld genoeg is moet eerst het vergoedingsrecht worden uitgekeerd, waarna de rest kan worden verdeeld, vanuit de gedachte dat de gemeenschap gebaat is geweest met de schenking. Als je dat niet wilt, moet je daarover afspraken maken.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs