Het belang van een duidelijk convenant en nakomen van de afspraken

l.scheepens • September 10, 2025

This is a subtitle for your new post

Het tekenen van het convenant is een belangrijk moment in de mediation. In het convenant worden de afspraken die partijen maken om de gevolgen van de echtscheiding te regelen, door de mediator vastgelegd. Juridisch moet het allemaal kloppen, maar het moet ook duidelijk zijn voor partijen wat er in het convenant staat geschreven en wat er van hen verwacht wordt. Dat vraagt om een goede omschrijving van de afspraken en soms een extra toelichting door de advocaat-mediator in gewone taal die voor iedereen te begrijpen is. Het maken van de afspraak alleen en het vastleggen daarvan in een convenant is niet altijd voldoende. Dat heeft ermee te maken dat er ook (toekomstige) derden in het spel kunnen zijn, die rechtsbescherming genieten. Een paar voorbeelden:


Je kunt met je toekomstige ex afspreken dat een en/of rekening en het aanwezige saldo daarop aan jou wordt toebedeeld. In het convenant zal daarbij vermeld worden dat je (na de scheiding) beiden zult meewerken aan de wijziging van de tenaamstelling. Zulks regel je bij de bank. Als je dat niet doet kan de ex, ook na de scheiding, nog steeds naar de bank gaan en het aanwezige saldo opnemen. De bank kun je daar niet op aanspreken. Je ex wel, maar dat kan problemen opleveren. Stel dat daar niets meer te halen valt of dat hij/zij is vertrokken naar een onbekend adres.


Je kunt met je toekomstige ex afspreken dat (jouw aandeel in) de woning aan hem/haar wordt toebedeeld, tegen betaling van de helft van de overwaarde. In het convenant zal daarbij worden vermeld dat je binnen een bepaalde termijn samen naar de notaris gaat voor de eigendomsoverdracht. Doe je dat niet dan is er geen eigendomsoverdracht, zelfs niet als er wel voor betaald is. Natuurlijk kun je ook later nog nakoming vragen van de afspraak in het convenant, maar dat kan lastig worden als iemand bijvoorbeeld naar het buitenland vertrokken is en onvindbaar blijkt of inmiddels is overleden. Dan krijg je te maken met de erfgenamen. Juridisch gaat de eigendom van een onroerende zaak pas over als de notaris de akte inschrijft in het daarvoor bestemde register. Dat is een wettelijk vereiste. Derden die het huis willen kopen zijn zo beschermd doordat het register aangeeft wie de eigenaar is van het pand.


Je kunt met je toekomstige ex ook afspreken dat de lijfrentepolis geheel aan hem/haar wordt toebedeeld. Uit vrijgevigheid maar meestal staat er iets tegenover en wordt er dus verrekend. Dan zal daarbij in het convenant vermeld worden dat je dit meld bij de verzekeraar. Het nakomen van deze afspraak is belangrijk ook al lijkt het maar een formaliteit ingegeven door fatsoen. Het is een wettelijk vereiste. Dat het niet-nakomen daarvan je duur kan komen te staan blijkt wel uit de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 28-08-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:5797. Er was niet op tijd melding gedaan bij de verzekeraar van de toedeling van de polis aan de man, waardoor de vrouw jaren later alsnog een aanslag ontving van de Belastingdienst.


Partijen waren gescheiden in 2007. De polis was toebedeeld aan de man. Over 2020 ontving de vrouw een aanslag van de belastingdienst, waarbij zij werd aangeslagen voor inkomstenbelasting. De vrouw beriep zich op de afspraak in het echtscheidingsconvenant maar omdat de overdracht (toedeling) van de polis aan de man, pas in 2024 aan de verzekeraar gemeld was, oordeelde de rechtbank dat de vrouw in 2020 zowel juridisch als economisch gerechtigd was tot 50 % van de uitgekeerde lijfrente. De fiscus mocht dus de aanslag opleggen.


De rechtbank kon ook niet anders want artikel 7:970, tweede lid, van het Burgerlijk wetboek (BW) bepaalt dat voor de overdracht van rechten uit een verzekering, een daartoe bestemde akte en schriftelijke mededeling daarvan aan de verzekeraar vereist is. De mededeling aan de verzekeraar had pas in 2024 plaatsgevonden. Op grond van artikel 7:970 BW is de mededeling aan de verzekeraar een constitutief (wettelijk) vereiste. Er had dus voor 2020 geen rechtsgeldige overdracht van de rechten uit de lijfrentepolis aan de ex-partner plaatsgevonden. Dat in het echtscheidingsconvenant is overeengekomen dat de ex-partner recht had op deze uitkeringen maakt dit volgens de rechtbank niet anders.

detective
By l.scheepens November 14, 2025
De kosten voor het inschakelen van een detective/recherchebureau kunnen behoorlijk oplopen. Dat doe je dus eigenlijk alleen maar als er iets mee te winnen valt. In het kader van de alimentatieverplichting kan het inschakelen van een detective winst opleveren. Volgens artikel 1:160 BW vervalt het recht op partneralimentatie niet alleen als er sprake is van hertrouwen van de alimentatiegerechtigde, maar ook als die gaat samenwonen als ware zij/hij gehuwd. Dat laatste wordt niet snel toegegeven. En als het niet wordt erkend dan moet dat door degene die stelt dat er sprake is van samenwonen worden bewezen. Daartoe kan een rapport van een recherchebureau dienen. In een zaak die diende bij de rechtbank Gelderland had de man om vaststelling van partneralimentatie gevraagd. De vrouw beriep zich op artikel 1:160 BW. Volgens haar woonde de man sinds het uiteengaan van partijen samen met zijn nieuwe partner X als waren zij gehuwd. Ter onderbouwing van die stelling heeft de vrouw een rechercherapport van [detectivebureau] overgelegd. De vrouw verzocht de rechtbank het verzoek van haar ex af te wijzen en hem te veroordelen in de kosten van het rechercherapport ad (afgerond) € 13.000. De man erkende dat hij een duurzame affectieve relatie had met X maar niet dat hij zou samenwonen. Hij bracht naar voren dat X een eigen huis had en hij ook. De rechtbank overweegt als volgt. Bij de invulling van het vereiste samenwonen moet aansluiting worden gezocht bij de moderne maatschappij. Het feit dat de man en X beiden nog een eigen woning aanhouden, hoeft op zichzelf niet uit te sluiten dat sprake is van samenleven als gehuwden (HR 19 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ7380 ). Voor het aannemen van samenwoning moet wel duidelijk zijn dat het zwaartepunt van het verblijf in één van de twee woningen ligt, dan wel dat betrokkenen het grootste deel van de tijd bij elkaar doorbrengen, wisselend in de ene en de andere woning. Uit het overgelegde rechercherapport blijkt dat de man en X gedurende de gehele observatieperiode in de woning van de man aanwezig waren, zowel samen als afzonderlijk van elkaar. Zij hebben elkaars huissleutel, doen samen boodschappen, gaan samen winkelen, rijden samen in de auto van de man en hebben samen de tuin versierd met kerstverlichting. De man heeft slechts in het algemeen betwist dat hij samenwoont en aangevoerd dat het rechercherapport ‘niet deugt’ en jegens hem ‘onrechtmatig’ is. Het lag echter op zijn weg om hetgeen door de vrouw gemotiveerd is gesteld in voldoende mate te betwisten. De man heeft geen enkel inzicht gegeven in hoe hij en X het leven met elkaar vormgeven, zoals inzicht in hoe vaak zij wel of niet bij elkaar zijn. De man heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij en X allebei beschikken over een eigen woning, zoals afschriften van bankrekeningen waaruit blijkt dat zij ieder hun eigen woonkosten betalen, of de jaarafrekeningen van het stroom- en gasverbruik in beide woningen sinds december 2022. Ook heeft de man geen financiële stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij niet samenwoont, zoals een uitkeringsspecificatie waaruit zou blijken dat hij een AOW-uitkering krijgt voor een alleenstaande. Voorts had het op de weg van de man gelegen om de stelling dat er sprake is van een gemeenschappelijke huishouding voldoende te betwisten, door te stellen - en zo nodig te onderbouwen - dat hij voor eigen rekening boodschappen doet. De rechtbank concludeert dat de man met X samenwoont als ware hij gehuwd in de zin van artikel 1:160 BW. De rechtbank acht bewezen dat de samenwoning in ieder geval sinds december 2022 bestond, omdat dit niet voldoende is betwist. Dat betekent dat de eventuele aanspraak van de man op een partnerbijdrage al was geëindigd op het moment dat hij het verzoekschrift tot vaststelling van partneralimentatie indiende. De rechtbank wijst het verzoek van de man af. Op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW kunnen de kosten voor het inschakelen van een detectivebureau voor vergoeding in aanmerking komen. Daarvoor is vereist, zo volgt uit vast jurisprudentie, dat (1) een sine qua non-verband bestaat tussen de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis en de kosten, (2) de kosten in zodanig verband staan met die gebeurtenis dat zij, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en de schade, aan de aansprakelijke persoon kunnen worden toegerekend, (3) het redelijk was om in verband met een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van die gebeurtenis deskundige bijstand in te roepen en (4) de daartoe gemaakte kosten redelijk zijn. Volgens de rechtbank is hier aan deze voorwaarden voldaan. Immers, indien de man niet was gaan samenwonen met X als ware hij gehuwd en vervolgens een verzoek tot partneralimentatie had ingediend, dan had de vrouw het detectivebureau niet ingeschakeld. De kosten daarvan staan in zodanig verband met de samenwoning van de man, dat deze aan hem kunnen worden toegerekend, die geen melding heeft gemaakt van de samenwoning. Gelet op de zware stelplicht en bewijslast die in het kader van artikel 1:160 BW op de vrouw rust, was het redelijk om deskundige bijstand in te roepen. Voorts acht de rechtbank de door de vrouw aangetoonde kosten van het detectivebureau redelijk, gelet op de omvang van het onderzoek en het rapport. Nu de vrouw deze kosten genoegzaam heeft aangetoond met gespecificeerde nota's, wijst de rechtbank het verzochte bedrag toe. Rechtbank Gelderland 20 oktober 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:8769
By l.scheepens September 22, 2025
Ben je verplicht om meer te gaan werken als je parttime werkt en je wilt aanspraak maken op partneralimentatie?
By l.scheepens September 18, 2025
Moet bij de vaststelling van alimentatie rekening worden gehouden met dividend als inkomen wanneer de aandelen zijn overgenomen tegen betaling van een vergoeding
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
meer blogs