Vergoedingsrecht bij samenwoners

l.scheepens • May 15, 2019

Investeren in het huis van de ander

De Hoge Raad heeft op 10 mei 2019 een uitspraak gedaan die met name aandacht verdient van samenwoners zonder samenlevingscontract. De Hoge Raad moest beslissen over het al dan niet aanwezig zijn van een recht van de vrouw op vergoeding wegens investering in de woning die volledig eigendom was van de man. Partijen woonden informeel samen en hadden samen een kind. De woning stond volledig op naam van de man en de vrouw had de verbouwing van de woning gefinancierd met geld dat zij had ontvangen van haar ouders. Na de verbreking van de relatie eiste de vrouw haar geld terug maar ving uiteindelijk bot. Ik zie het wel vaker gebeuren dat samenwoners die hun verhouding niet goed hebben vastgelegd in een samenlevingscontract en toch investeren in elkaars zaken. Ten onrechte wordt soms gedacht dat je jezelf als het ware kunt inkopen in een huis van de ander, als je in dat huis investeert. Er ontstaat echter geen gemeenschap door investering. Hooguit een vergoedingsrecht. Ook zie ik gebeuren dat de financiering (hypotheek) op beider naam wordt gezet bij een verbouwing, terwijl er geen rechten tegenover staan. Door de financiering op beider naam te zetten (wat de bank soms eist als extra zekerheid) ontstaat geen gemeenschappelijk eigendom van de woning maar wel hoofdelijke aansprakelijkheid voor de schuld!
In dit geval oordeelde de Hoge Raad dat de vrouw zelfs geen recht op vergoeding had. De wettelijke bepaling waarop zij een beroep had gedaan geldt alleen voor gehuwden en geregistreerd partners en werd niet analoog toegepast. De vrouw had ruim € 70.000,00 geïnvesteerd en kreeg daarvan geen vergoeding. Zelfs haar vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking werd afgewezen. De vrouw had gesteld dat de man zichzelf de kosten van de verbouwing had bespaard, maar in de procedure was duidelijk geworden dat de man geen geld had voor een verbouwing en de woning dus niet zelf verbouwd zou hebben.
Er waren geen goede afspraken gemaakt. Indien er en overeenkomst was gesloten tussen partijen dan zou deze nog kunnen worden aangevuld op grond van de redelijkheid en billijkheid, maar die was er ook niet tussen partijen.
De Hoge Raad gaf nog wel aan dat een vergoedingsrecht kan voortvloeien uit redelijkheid en billijkheid maar de vrouw had te weinig bijzondere feiten en omstandigheden gesteld om tot de conclusie te komen dat de vrouw op grond daarvan recht had op een vergoeding.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs