vergoeding rentenadeel bij scheiding
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander

Als er sprake is van een eigen woning bij scheiding komt aan de orde (naast verkoop) wie van partijen de woning kan en mag overnemen en daarmee ook de hypothecaire geldlening. Niet onbelangrijk daarbij zijn de condities waaronder de hypotheek is afgesloten. De rente op hypothecaire geldleningen fluctueert nogal en als partijen eerder een hypotheek tegen een erg lage rente hebben kunnen afsluiten en de rente is inmiddels flink gestegen, dan levert toedeling van de woning met de hypothecaire geldlening bij scheiding, een voordeel op voor de één en een nadeel voor de ander. Er wordt dan ook regelmatig gevraagd om compensatie van dit nadeel als de ander ook een woning wil kopen en een nieuwe hypotheek moet gaan afsluiten tegen een veel hogere rente.
Het Hof Den Haag heeft op op 23 juli 2025 bij beschikking in hoger beroep een vergoeding toegekend. Deze uitspraak is nog niet gepubliceerd. De toewijzing is door het Hof gebaseerd op artikel 6:212 BW . De rechtsgrond ongerechtvaardigde verrijking kan worden ingeroepen wanneer er sprake is van een verrijking bij de één tegenover een verarming bij de ander. Er bestaat slechts een verplichting tot vergoeding voorzover dit redelijk is.
In dit specifieke geval had de man aangegeven dat hij ook de woning had willen overnemen en dat ook kon. De Rabobank waar de lening was afgesloten, bood een zogenaamde verhuisregeling aan waarbij ieder van partijen de geldende hypotheekrente voor 50 % kon behouden. Niet alle banken doen dat. Volgens de vrouw zou toewijzing van de vordering van de man ertoe leiden dat zij de woning niet zou kunnen overnemen. Zij had er belang bij om met de kinderen in de woning te kunnen blijven wonen. Het hof acht het echter onder de gegeven omstandigheden redelijk dat de vrouw aan de man een vergoeding betaalt nu zij 100 % van de gunstige voorwaarden met betrekking tot de hypotheekrente heeft verkregen.