Huwelijkse voorwaarden uitvoeren of aanpassen

l.scheepens • September 22, 2019

Kun je onderling wijziging aanbrengen in de huwelijkse voorwaarden?

Huwelijkse voorwaarden worden met name overeengekomen om de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk bij ontbinding daarvan op voorhand (dus bij het aangaan van het huwelijk) te regelen. Een andere belangrijke reden is om het vermogen van de ene partij veilig te stellen voor schuldeisers van de andere partij. De huwelijkse voorwaarden maken meestal een onderscheid tussen de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding of door overlijden. Zo hebben de huwelijkse voorwaarden ook een beetje de functie van een testament. De notaris stelt de huwelijkse voorwaarden op in samenspraak met partijen. Vaak wordt een regeling opgenomen met betrekking tot de kosten van de huishouding, waarbij wordt vastgesteld in welke verhouding partijen daarin bijdragen. Daarbij hoort een definitie van het inkomensbegrip. De huwelijkse voorwaarden geven dus ook een soort handleiding aan partijen. Indien er een verrekenbeding wordt opgenomen in de huwelijkse voorwaarden, dan staat in de huwelijkse voorwaarden ook aangegeven hoe dat verrekenbeding moet worden uitgevoerd door partijen. Het komt echter regelmatig voor dat partijen zich in de praktijk niet houden aan hetgeen zij zijn overeengekomen. Heel vaak hebben zij dat zelf niet in de gaten en blijkt dat pas op het moment dat zij gaan scheiden. Vaak leidt dat ook nog eens tot vervelende verrassingen. Een niet nageleefd periodiek verrekenbeding wordt zo een finaal verrekenbeding. Soms hebben gehuwden echter wel het besef dat hun huwelijkse voorwaarden niet meer passend zijn. De omstandigheden kunnen zich wijzigen. Te denken valt aan de komst van kinderen of het het starten van een bedrijf. Huwelijkse voorwaarden kunnen echter niet opzij gezet worden door onderlinge afspraken. Natuurlijk kunnen er wel afspraken gemaakt worden over de uitvoering, mits deze in de lijn liggen van de huwelijkse voorwaarden. Zo blijkt ook weer eens uit de uitspraak van de Hoge Raad van 30 augustus 2019, ECLI:NL:HR:2019:1292 .

Partijen, beiden zelfstandig ondernemer, waren op huwelijkse voorwaarden (uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen) met elkaar gehuwd. De huwelijkse voorwaarden omvatten een periodiek verrekenbeding ten aanzien van overgespaarde inkomsten. Het inkomensbegrip wordt in de huwelijkse voorwaarden gedefinieerd en staat niet per definitie gelijk aan (opgepotte) winst in de onderneming. Tijdens het huwelijk ondertekenen partijen een zogeheten potovereenkomst, waarin zij overeenkomen dat zij hun jaarlijkse winsten bij elkaar zullen voegen en bij helfte zullen verdelen (‘t eneinde, onder handhaving van de zelfstandigheid van ieders onderneming, er daardoor toe bij te dragen dat hun jaarlijkse ongelijkmatige winsten enigszins genivelleerd worden’ ). Als het huwelijk door echtscheiding wordt ontbonden barst de strijd los tussen partijen over deze potovereenkomst. Het periodieke verrekenbeding dat is opgenomen in hun huwelijkse voorwaarden hebben partijen niet uitgevoerd maar de potovereenkomst is wel uitgevoerd.

Bij de Hoge Raad draait het om de uitleg van de potovereenkomst in samenhang met de huwelijkse voorwaarden. De vrouw bracht naar voren dat de potovereenkomst door de accountant van partijen was opgesteld om uitvoering te geven aan de bij huwelijkse voorwaarden vastgestelde verrekeningsverplichting. Er was volgens haar dus sprake van een uitvoeringsovereenkomst. De man vorderde het geld terug van de vrouw dat hij op basis van deze potovereenkomst aan de vrouw had uitbetaald. Hij deed een beroep op het feit dat de potovereenkomst, bij gebreke van de notariële vorm, nietig was.Het gerechtshof had de vordering niet toegewezen, maar de Hoge Raad vond de uitspraak van het gerechtshof onbegrijpelijk omdat de potovereenkomst niet te rijmen viel met de huwelijkse voorwaarden. Het ging dus niet louter om een uitvoering van de huwelijkse voorwaarden. Partijen beoogden met de potovereenkomst iets anders dan de huwelijkse voorwaarden voorschreven. Daarom hadden partijen deze overeenkomst in een notariële vorm moeten gieten.

Mr. Lilian Scheepens

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs