Huur en echtscheiding

l.scheepens • November 15, 2020

Wie mag in de woning blijven wonen na de echtscheiding?

Op grond van de wet wordt de echtgenoot automatisch medehuurder. Instemming of medewerking van de verhuurder is daarvoor niet vereist.Artikel 7:266 BW bepaalt dat de echtgenoot van een huurder van rechtswege medehuurder is, zolang de woonruimte de echtgenoot tot hoofdverblijf strekt, ongeacht of de huurovereenkomst voor dan wel na het aangaan van het huwelijk is gesloten. Indien de huurovereenkomst ten aanzien van de huurder eindigt, wordt de medehuurder huurder. In geval van echtscheiding kan de rechter op verzoek van een echtgenoot bepalen wie van de echtgenoten huurder van de woonruimte zal zijn.


Beide echtgenoten hebben dus evenveel recht om na het uiteengaan huurder van de woning te zijn. De rechter kan op grond van artikel 7:266 BW het huurrecht aan één echtgenoot toebedelen. De rechter maakt daarbij een afweging van de belangen van beide partijen. Daarbij maakt het geen verschil of het medehuurder-schap is ontstaan op grond van het huwelijk (artikel 7:266 BW) of dat er sprake is van contractueel medehuurder-schap. Dus ook de partij niet op het huurcontract staat, kan het huurrecht van de woning krijgen. Wel houdt de rechter rekening met de kinderen en bij welke ouder zij hun hoofdverblijf hebben. Niet alleen omdat het ook voor de kinderen van belang kan zijn om in hun vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen, maar ook omdat het lastig kan zijn om als verzorgende ouder met kinderen snel een andere woning te vinden. Of iemand makkelijk andere woonruimte kan vinden speelt ook een rol in de afweging, maar het nog niet hebben gevonden van andere woonruimte zal de rechter niet beletten om het huurrecht aan de andere partij toe te wijzen, als die partij meer belang heeft bij de woning. Dat belang kan ook gelegen zijn in bijvoorbeeld werk aan huis, of aanpassingen aan de woning vanwege een handicap. Het feit dat een echtgenoot al dan niet gedwongen de woning vanwege de echtscheiding al heeft verlaten, kan een rol spelen in de belangenafweging, maar hoeft niet doorslaggevend te zijn.



By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs