knoeien met bewijsstukken

l.scheepens • November 13, 2020

vervalsen bankafschriften





De rechtbank Rotterdam heeft op 21 oktober uitspraak gedaan in een zaak waarin was gesjoemeld met bewijsstukken.

Partijen waren gehuwd geweest en bij de rechtbank was eerder een volledige regeling tot stand gekomen ter afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De vrouw start daarna een procedure tegen de man omdat volgens haar de saldi van een spaarrekening en een beleggingsrekening bij de echtscheiding niet goed zijn verrekend, omdat de man de dagafschriften van die rekeningen heeft vervalst.

De rechtbank overweegt als volgt:

Indien een procespartij de voor de beslissing van belang zijnde feiten niet volledig en naar waarheid naar voren brengt, mag de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die haar geraden voorkomt (artikel 21 Rv). De man heeft de waarheidsplicht geschonden: hij heeft in zijn conclusie van antwoord verzwegen dat hij een bankafschrift van de spaarrekening heeft vervalst, zodat de vrouw minder geld kreeg dan waar zij eigenlijk recht op had. Later in de procedure heeft de man deze vervalsing alsnog erkend maar deze erkenning was geen spontane actie. De erkenning volgde pas nadat de vrouw op gemotiveerde en onderbouwde wijze had gewezen op de ongerijmdheid van hetgeen de man naar voren had gebracht. De vordering van de vrouw is niet alleen toewijsbaar op de grondslag van schending van de processuele waarheidsplicht, maar tevens op de grondslag van opzettelijke verzwijging (artikel 1:135 lid 3 BW).
De man erkent tevens dat hij ook de waarde van de aandelenportefeuille te laag heeft opgegeven aan de vrouw, stellende: ‘ De man heeft een grove fout begaan en erkent dit .’ De rechtbank begrijpt dat de man ook hier erkent dat hij zich heeft bezondigd aan opzettelijke verzwijging. Reeds op die grondslag is de vordering toewijsbaar. Voorts herhaalt de rechtbank haar oordeel dat de vordering mede toewijsbaar is op schending door de man van zijn processuele waarheidsplicht. De rechtbank veroordeelt de man dan ook om de 'meerwaarde' van beide vermogensbestanddelen geheel aan de vrouw te voldoen en veroordeelt de man tevens in de volledige proceskosten van de vrouw.

De uitspraak is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:RBROT:2020:9549


By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs