Hoofdverblijf kinderen en alimentatie

l.scheepens • March 10, 2023

In veel gevallen is het zo dat de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de andere ouder en dat die andere ouder een bijdrage in de kosten van de kinderen betaalt aan de 'verzorgende' ouder. De verzorgende ouder draagt meer kosten en werkt vaak minder vanwege de zorg voor de kinderen en heeft dus meestal ook een lager inkomen. Het feit dat de kinderen meer dagen bij de ene ouder verblijven en daar staan ingeschreven, is echter niet bepalend voor het bestaan van het recht op alimentatie.

De Hoge raad heeft zich daarover op 23 december 2022 uitgesproken naar aanleiding van een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam.

Het Hof had geoordeeld dat het verzoek van de man om aan de vrouw een bijdrage te leggen moest worden afgewezen, overwegende:Anders dan de rechtbank, is het hof van oordeel dat in dit geval geen sprake is van een uitzonderlijke situatie die rechtvaardigt dat de vrouw, bij wie de dochter haar hoofdverblijfplaats heeft, de man een bijdrage in de verblijfskosten van de dochter zou moeten betalen. Er is hier geen sprake van een ongebruikelijk ruime omgangsregeling en ook anderszins zijn geen uitzonderlijke omstandigheden gesteld of gebleken ’ ( ECLI:NL:GHAMS:2021:3310 ).

In cassatie keert de man zich tegen het oordeel van het hof en de Hoge Raad overweegt als volgt: De vraag of (en zo ja: in hoeverre) de ouder bij wie het kind meer dan incidenteel verblijft, maar niet zijn/haar hoofdverblijf heeft, jegens de ouder bij wie het kind zijn/haar hoofdverblijf heeft, aanspraak kan maken op een bijdrage in de kosten die zijn gemoeid met verzorging en opvoeding van het kind gedurende dat meer dan incidentele verblijf, moet worden beantwoord aan de hand van de wettelijke maatstaven van draagkracht en behoefte als bedoeld in titel 17 van Boek 1 BW (artikel 1:397 lid 1 en 2 en 1:404 lid 1 BW). De wetsgeschiedenis bevat geen aanknopingspunten om aan te nemen dat afwijking van die wettelijke maatstaven in een geval als hier aan de orde, in overeenstemming is met de bedoeling van de wetgever. Anders dan het hof tot uitgangspunt heeft genomen, is voor het opleggen van een verplichting aan de ouder bij wie het kind zijn/haar hoofdverblijf heeft, om bij te dragen in de zorgkosten van de ouder bij wie het kind niet zijn/haar hoofdverblijf heeft, niet vereist dat sprake is van bijzondere omstandigheden. De Hoge Raad vernietigt en verwijst.

Hoge Raad 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1924

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs