echtscheidingsregeling hypotheeklasten

l.scheepens • February 9, 2020

Zijn de voor de ander betaalde hypotheeklasten fiscaal aftrekbaar?



Hebt u een eigen woning en gaat u uit elkaar? Dan heeft dit fiscale gevolgen.

Indien u de woning verlaat kunt u, gebruik makend van de echtscheidingsregeling, nog twee jaar de hypotheekrente-aftrek genieten ook al woont u niet meer in de woning. De hypotheekrente-aftrek is echter gekoppeld aan de eigendomsverhouding.

Is de woning gezamenlijk eigendom, dan kunt u dus slechts de helft aftrekken. Indien u de volledige rente betaald dan kunt u de andere helft mogelijk toch in aftrek brengen als u deze opgeeft als partneralimentatie. Voorwaarde is wel dat er sprake is van een onderhoudsverplichting ten opzichte van degene die in de woning achterblijft.


Het komt regelmatig voor dat één van partijen na de scheiding nog een tijd in de echtelijke woning blijft wonen en de ander na vertrek de volledige hypotheekrente blijft betalen. Indien er een onderhoudsverplichting bestaat dan kan de gehele hypotheekrente voor aftrek in aanmerking komen. De ander, de "ontvanger", betaalt wel belasting over dat deel van de hypotheekrente.

Als er geen onderhoudsverplichting bestaat, zoals bij samenwoners, dan kan men dus geen gebruik maken van deze regeling. Maar ook als bij convenant wordt afgezien van partneralimentatie raakt men dus deze fiscale tegemoetkoming kwijt, terwijl het heel goed mogelijk is dat men juist heeft willen afzien van de partneralimentatie omdat op deze wijze (kosteloos wonen) gedeeltelijk in het levensonderhoud wordt voorzien.

Het opstellen van het echtscheidingsconvenant komt dus heel nauw. Alle goede bedoelingen ten spijt kan een goed doordachte regeling niet altijd op begrip van de belastingdienst rekenen als deze regeling niet goed is geformuleerd in het convenant. Zo blijkt ook weer uit een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 oktober 2019 (ECLI:NL:RBDHA:2019:14410)

Partijen hadden hun geregistreerd partnerschap ontbonden en de vrouw was in de woning blijven wonen. In de vaststellingsovereenkomst hadden partijen de volgende regeling opgenomen: ‘ Beide partijen kunnen voorzien in hun eigen kosten voor levensonderhoud en hebben geen behoefte aan een bijdrage van de andere partner in zijn/haar kosten voor levensonderhoud. Partijen doen daarom reeds nu voor alsdan afstand van het recht een bijdrage in de kosten voor levensonderhoud van de andere partner te verlangen.’ Artikel 3.13 luidde : ‘De hypotheekschuld blijft gezamenlijk. De vrouw betaalt de maandelijkse rente en aflossing á € 425 op een door de man aan te wijzen bankrekening.’

In zijn IB-aangifte neemt de man de totale hypotheekrente op. Volgens hem is een deel aftrekbaar als partneralimentatie, omdat hij voor dat bedrag heeft bijgedragen in de kosten voor levensonderhoud van de vrouw, die financieel niet meer rond kon komen. Het andere deel kwalificeert volgens de man eveneens als partneralimentatie, nu de vrouw dit (vanwege haar financiële situatie) niet overeenkomstig de vaststellingsovereenkomst aan hem kon voldoen. De belastinginspecteur staat de aftrek echter niet toe.

De rechtbank overweegt dat de man aannemelijk moet maken dat de door hem gedane betalingen kunnen worden aangemerkt als aan de vrouw gedane betalingen in het kader van onderhoudsverplichtingen. Omdat de man niet kan bewijzen dat hij de betalingen heeft verricht ingevolge een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting, komen de door hem bedoelde betalingen niet voor aftrek in aanmerking.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs