Aftrek hypotheekrente na scheiding

l.scheepens • January 20, 2021

Zolang partijen gehuwd zijn kunnen zij als fiscaal partners de hypotheekrenteaftrek verdelen in de verhouding die per saldo het meest lucratief is voor hen gezamenlijk. Daarbij maakt het geen verschil wie van beiden eigenaar is van de woning, noch in welke verhouding. Bij de scheiding verandert dit. Indien partijen besluiten om de woning nog enige tijd aan te houden dan horen daarbij afspraken over de betaling van de lasten van de woning én afspraken over de fiscale consequenties, de aftrek.

De ex-echtelieden kunnen in het jaar van de scheiding nog gebruik maken van de vrije toerekening indien zij kiezen voor het voljaarspartnerschap. Kiezen zij daar niet voor, dan is de vrije toerekening niet langer mogelijk met ingang van het kalenderjaar waarin het fiscaal partnerschap is geëindigd.

Veel scheidende partners maken gebruik van de mogelijkheid om nog twee jaar de volledige hypotheekrente af te trekken voor een woning waarin men niet meer zelf woont, de zogenaamde echtscheidingsregeling. Voorwaarde is dat de (ex-)partner in de woning blijft wonen (als hoofdverblijf). De partner die de woning heeft verlaten mag dan gedurende maximaal 2 jaar de hypotheekrente (die betrekking heeft op zijn of haar onverdeelde aandeel) nog aftrekken en het andere deel komt voor aftrek in aanmerking als zijnde het voldoen aan een onderhoudsverplichting (de vertrekker betaalt voor de blijver).

Een nihilbeding in een convenant heeft effect op de aftrek. Voor de aftrek van partneralimentatie is het niet noodzakelijk dat aan de onderhoudsverplichting een rechterlijke uitspraak of een schriftelijk overeenkomst ten grondslag ligt. De onderhoudsverplichting vindt zijn bestaansrecht vindt in het familierecht. Maar als partijen bij convenant ten aanzien van de onderhoudsverplichting een nihilbeding hebben opgenomen of anderszins hebben bepaald dat de blijver geen aanspraak kan maken op partneralimentatie dan is de aftrek voor dat deel uitgesloten.

In een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 31-12-2019 (kenmerk: ECLI: NL:RBZWB:2019:5946) wordt duidelijk dat voor de aftrek de voorwaarde geldt dat de hypotheekrente moet "drukken" op de betaler.Partijen waren gehuwd buiten iedere gemeenschap van goederen en de vrouw is eigenaar van de echtelijke woning. Beiden waren desalniettemin hoofdelijk aansprakelijk voor de hypothecaire geldlening. Vanaf het moment dat het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend en de man zich op het adres van zijn nieuwe woning inschrijft, kwalificeren zij niet meer als fiscaal partners. Partijen hebben niet gekozen voor het voljaarspartnerschap. De man betaalt de hypotheekrente en brengt hypotheekrente geheel in aftrek. Partijen waren geen alimentatieverplichting overeengekomen, zodat de hypotheekrente niet als onderhoudsverplichting in aftrek kon worden gebracht.Bij de Rechtbank is tussen de man en de fiscus in geschil of hij de volledige hypotheekrente in aftrek kan brengen. Omdat de voormalig echtelijke woning volledig in eigendom is van de vrouw oordeelt de Rechtbank dat bij het ontbreken van afwijkende afspraken de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich meebrengen dat de onderlinge draagplicht van de lening – en daarmee ook de rente – gelijk is aan de eigendomsverhouding. Het gegeven dat de man de rente feitelijk betaalt, heeft niet tot gevolg dat de kosten daadwerkelijk op hem drukken, want hij verkrijgt een wettelijk verhaalsrecht op de vrouw (art. 6:10 lid 2 BW) voor het gedeelte van de rente dat de man heeft betaald voor de vrouw. Partijen hadden hierover bij convenant andere afspraken kunnen maken.

Een regresvordering uit hoofde van artikel 6:10 BW slaagt overigens niet altijd zo blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17-12-2019 (kenmerk: ECL:NL:GHSHE:2019:4537) maar is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Het Hof overweegt datde rechtsbetrekking tussen de deelgenoten in de woning wordt beheerst door de eisen van redelijkheid en billijkheid. In deze zaak acht het Hof beslissend dat de man het alleengebruik en genot van de woning heeft gehad. Samen met de omstandigheid dat het de bedoeling is dat hij de woning overneemt, brengen die omstandigheden mee dat hem geen regresvordering op de vrouw wordt toegekend ondanks het feit dat de vrouw voor de helft eigenaar is van de woning.Enkele jaren na de verbreking van de samenwoning hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin zij zijn overeengekomen dat de verschuldigde hypotheekrente door ieder voor de helft moet worden gedragen. Het Hof oordeelt dat partijen voor de periode waarop de vaststellingsovereenkomst ziet zij wel ieder voor de helft van de schuld draagplichtig zijn. Hetgeen maar weer eens bevestigt hoe belangrijk het is bij de scheiding om goede en duidelijke afspraken te maken.

Indien u gaat scheiden maar nog niet overgaat tot verdeling, dan is het dus van belang afspraken op te nemen in het convenant ten aanzien van de eigendomslasten en de aftrek, met name in het geval dat u voor wat betreft de aftrek van hypotheekrente wilt afwijken van de eigendomsverhouding en zeker ook de afspraken met betrekking tot de alimentatie daarop af te stemmen.


Een andere mogelijkheid biedt de economische eigendom waarbij één van partijen zijn/haar belang in het economische eigendom van de woning overdraagt aan de andere partner. Het Gerechtshof Den Haag deed op 17 december 2019 (kenmerk: ECL:NL:GHDHA:2019:3402) uitspraak in de volgende casus: De vrouw had de gemeenschappelijke echtelijke woning verlaten en stond sinds 2014 op een ander adres ingeschreven. De man blijft hier wonen en draagt de hypothecaire lasten volledig. Pas in 2015 wordt het verzoek tot echtscheiding ingediend en in 2016 wordt de echtscheiding door de Rechtbank uitgesproken. In de echtscheidingsbeschikking is bepaald dat de waardeverandering van de woning vanaf 1 januari 2014 volledig voor rekening en risico van de man is gekomen, behoudens de situatie dat de man de woning niet per 1 januari 2017 over zou kunnen nemen. Deze ontbindende voorwaarde is niet in werking getreden en in 2017 heeft de man de volledige juridische eigendom van de woning verkregen. Voor het belastingjaar 2016 (toen waren partijen geen fiscale partners meer) oordeelt de Rechtbank op basis van het bepaalde in de echtscheidingsbeschikking dat de man met ingang van 1 januari 2014 al de volledige economische eigendom van de woning heeft verkregen, zodat de man in het belastingjaar 2016 de volledige hypotheekrente in aftrek heeft mogen brengen.

In hoger beroep volgt het Hof de Rechtbank dat de man per 1 januari 2014 het 50%-belang van de vrouw in het economische eigendom van de woning heeft verworven en daarmee het daarop ziende deel van de hypotheekschuld en de daarover verschuldigde rente per 1 januari 2014 ten laste van het vermogen van de man is gekomen. Omdat echter het verworven gedeelte van de schuld na 1 januari 2013 bij de man is opgekomen, dient dit gedeelte van de schuld voor de kwalificatie tot eigenwoningschuld te voldoen aan de aflossingseis en dus gaat het alsnog mis. Het betrof in deze zaak een aflossingsvrije hypotheekschuld, waardoor dit gedeelte van de hypotheekschuld niet kwalificeerde als eigenwoningschuld en de daarover betaalde hypotheekrente niet in aftrek kon worden gebracht.

Hieruit blijkt dat aandacht voor alle details erg belangrijk is als u de gevolgen van de scheiding goed wilt regelen.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs