Afkoopsom partneralimentatie

l.scheepens • February 27, 2023

Partijen die de gevolgen van hun echtscheiding in overleg regelen, maken onder meer afspraken over de partneralimentatie. Niet alleen over de hoogte en de duur, maar ook over bijvoorbeeld het effect van samenwonen, de mogelijkheid tot wijziging in de toekomst, de invloed van eigen inkomsten enzovoorts. De bijdrage wordt meestal vastgelegd als een maandelijks bedrag, maar soms wordt gekozen voor een bedrag ineens: de afkoopsom. Maar hoe bepaal je de hoogte van de afkoopsom? En wat als je er samen niet uitkomt? Kun je ook in rechte de partneralimentatie in de vorm van een eenmalig bedrag laten vaststellen?

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was in de uitspraak van 4 mei 2021 goed op weg om een afkoopsom partneralimentatie vast te stellen. Uiteindelijk werd er geen eenmalig bedrag ten laste van de man vastgesteld omdat de vrouw een te hoog bedrag had gevraagd, zonder aan te geven dat het ook een ander (door de rechter in goede justitie te bepalen) bedrag zou mogen zijn.
De vrouw is bij haar berekening uitgegaan van een alimentatieverplichting voor de duur van 12 jaren, die in één termijn wordt uitbetaald. Zij heeft dat bedrag berekend als volgt: de uitkering is per maand € 5.000. De man moet die uitkering gedurende 12 jaar betalen, zodat in totaal is verschuldigd 12 x 12 x € 5.000 = € 720.000.
De man gaf aan dat het heel onzeker was of hij voor de volledige duur van 12 jaren zou moeten bijdragen in de kosten van levensonderhoud van de vrouw, omdat deze verplichting eindigt bij zijn overlijden en hij 80 jaar oud is.

Naar het oordeel van het hof is niet uitgesloten dat de rechter die een uitkering tot levensonderhoud in de zin van artikel 1:156 lid 1 BW toekent dat doet in de vorm van een som ineens. Met het begrip ‘uitkering’ in deze bepaling zal vooral een periodieke uitkering zijn bedoeld, maar de tekst van deze bepaling sluit niet uit dat de uitkering ook als som ineens kan worden toegekend. Of toekenning van een uitkering in de vorm van een som ineens passend en geboden is zal afhangen van de omstandigheden van het geval. Voor een dergelijke toekenning zou bijvoorbeeld aanleiding kunnen zijn in geval de draagkracht van een onderhoudsplichtige hoofdzakelijk is gebaseerd op de omvang van zijn vermogen en niet op periodieke inkomsten uit arbeid of een andere activiteit. Bij de vraag of uitkering in een som ineens passend en geboden is moet ook in aanmerking worden genomen dat een som ineens achteraf met toepassing van artikel 1:401 BW ingetrokken of gewijzigd kan worden. De rechter die een som ineens vaststelt zal dat heel goed moeten toelichten.

Om de onzekerheid die de man naar voren bracht te verdisconteren zocht het hof aansluiting bij de tabel van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 voor berekening van de contante waarde van een periodieke uitkering in geld die afhankelijk is van het leven van een persoon. Gelet op die tabel en uitgaande van een bruto partneralimentatie van (€ 3.418,- per maand x 12 maanden =) € 41.016,- per jaar, berekent het hof de contante waarde van de door de man als som ineens te betalen partneralimentatie als volgt:

€ 41.016 x 5 jaren x 0,75 = € 153.810,-

€ 41.016 x 5 jaren x 0,40 = € 82.032,-

€ 41.016 x 2 jaren x 0,15 = € 12.304,-

totaal € 248.146,-

Dit bedrag is aanzienlijk lager dan het door de vrouw verzochte bedrag van € 720.000,- en uit niets bleek dat de vrouw met een lager bedrag kon instemmen, zodat het hof niet aan toewijzing toekomt. Het hof komt daarom ook niet toe aan beantwoording van de vraag of vaststelling van een uitkering tot levensonderhoud als som ineens in dit geval is aangewezen. Maar onder bepaalde omstandigheden is het dus niet uitgesloten dat een som ineens wordt toegekend.

De uitspraak van het hof is terug te vinden onder kenmerk:ECLI:NL:GHARL:2021:4339

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs