vergoedingsrechten bij einde huwelijk

l.scheepens • February 14, 2023

kosten huishouding uit privévermogen voldaan

Bij einde huwelijk gaat het niet alleen om verdelen en/of verrekenen maar moet ook worden nagegaan of er nog vergoedingsrechten zijn ontstaan.

Op 5 april 2019 besliste de Hoge Raad dater een vergoedingsrecht ontstaat als een echtgenoot privévermogen investeert in de gemeenschap, ongeacht het bestedingsdoel. De Hoge Raad heeft hierbij één uitzondering gemaakt door aan te geven dat er geen vergoedingsrecht ontstaat als is voldaan aan de wettelijke verplichting om bij te dragen aan kosten van de huishouding. De Hoge Raad bevestigt deze zienswijze in het arrest van 27 januari 2023.

Art. 1:84 lid 1 BW bepaalt dat de kosten van de huishouding achtereenvolgens ten laste komen van:

  1. Het gezamenlijk inkomen,
  2. De privéinkomens, naar evenredigheid daarvan,
  3. Het gezamenlijk vermogen,
  4. De privévermogens, naar evenredigheid daarvan, tenzij bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
Als er geen of te weinig inkomen is om te voorzien in de kosten van de huishouding en om die reden het privévermogen moet worden aangesproken om toch in die kosten te voorzien, ontstaat er dus geen vergoedingsrecht. In de zaak die leidde tot de uitspraak van de Hoge Raad dacht de vrouw daar anders over en zij beriep zich op artikel1:96 lid 4 BW waarin staat dat de echtgenoot die een schuld van de gemeenschap voldoet vanuit privévermogen recht heeft op vergoeding van dat bedrag.

De vrouw ontkende niet dat zij met haar privévermogen naar evenredigheid had bijgedragen aan de kosten van de huishouding toen er onvoldoende inkomsten waren uit het gezamenlijk bedrijf van partijen en zij bevestigde dat alle financiële middelen waarover partijen de beschikking hadden, werden aangewend om het gezin en het bedrijf draaiende te houden. Daarmee was de eerder door haar, onder uitsluitingsclausule ontvangen erfenis van € 172.645,00, voor een groot deel opgegaan.

Volgens de Hoge Raad heeft de vrouw echter overeenkomstig de in art. 1:84 lid 1 BW geregelde draagplicht, welke behoort tot haar verplichtingen als echtgenoot jegens de man, met haar privévermogen naar evenredigheid bijgedragen aan de kosten van de huishouding. Omdat de vrouw voldaan heeft aan een op haar rustende verbintenis, is er geen plaats voor een vergoedingsrecht. Niet op de gemeenschap en niet op de man.

Bovengenoemde uitspraken zijn terug te vinden met kenmerk ECLI:NL:HR:2019:504 (uitspraak van 5-4-2019) en ECLI:NL:HR:2013:96 (uitspraak van 27-1-2023)


By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs