welk recht is van toepassing in internationale alimentatiekwesties?

l.scheepens • October 25, 2020

De vraag welk recht van toepassing is in internationale alimentatiekwesties is een andere dan de vraag welke rechter bevoegd is. Zoals in mijn andere blog uiteengezet, wordt de bevoegdheid van het gerecht bepaald door de Alimentatieverordening. De bevoegde rechter dient het toepasselijke recht vast te stellen.

Artikel 15 van de Alimentatieverordening verwijst hiervoor naar het Haagse Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen. Het Protocol is van toepassing op kinderalimentatie en partneralimentatie en heeft universele werking. De hoofdregel van het Protocol is dat van toepassing is het recht van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde (artikel 3 lid 1). In geval van verandering van deze gewone verblijfplaats wordt automatisch het recht van de nieuwe gewone verblijfplaats van toepassing (artikel 3 lid 2). Bij internationale verhuizing van de onderhoudsgerechtigde verandert in beginsel dus ook het toepasselijke recht. Op deze hoofdregel bestaan uitzonderingen. Voor een aantal categorieën onderhoudsverplichtingen - waaronder kinderalimentatie - geldt dat wanneer de onderhoudsgerechtigde de procedure aanhangig maakt in het land van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsplichtige, als hoofdregel het recht van dit laatste land van toepassing is. Aangezien de bevoegdheidsgronden in de alimentatieverordening alternatief zijn en verzoeker kan kiezen bij welke rechter hij/zij een procedure start, is het bij de keuze van het gerecht van belang te bepalen welk recht gunstig is vanuit het oogpunt van verzoeker.
Ook voor ex-echtgenoten geldt de hoofdregel van artikel 3 Protocol: het recht van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde is van toepassing. Op deze hoofdregel kan echter een uitzondering worden gemaakt wanneer a) één van de partijen zich tegen toepassing van deze regel verzet, en b) het recht van een andere staat nauwer verbonden is met het huwelijk. Dan geldt het recht van die andere staat (artikel 5 Protocol). Bij de bepaling van deze 'nauwere band' dienen alle factoren verbonden met het huwelijk te worden meegewogen. Artikel 5 kent daarbij bijzondere betekenis toe aan de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten.

Partijen kunnen op grond van artikel 7 een rechtskeuze uitbrengen voor het recht van het land waar de procedure aanhangig is of aanhangig zal worden gemaakt. Een rechtskeuze voor een specifiek bepaalde procedure kan zowel voor kinderalimentatie als partneralimentatie worden gemaakt. Wanneer de rechtskeuze wordt gemaakt vóór het aanhangig maken van de procedure, dient deze te worden vastgelegd in een overeenkomst die door beide partijen wordt ondertekend. Artikel 8 biedt de mogelijkheid voor het uitbrengen van een algemene rechtskeuze ter zake onder andere partneralimentatie (niet kinderalimentatie), ook als er nog geen sprake is van een geschil. Partijen kunnen daarbij slechts één van de rechtstelsels aanwijzen die in artikel 8 lid 1 staan vermeld, zoals bijvoorbeeld het recht van staat waarvan een van de partijen op het tijdstip van de aanwijzing de nationaliteit bezit, of zijn/haar gewone verblijfplaats heeft. De rechtskeuze dient schriftelijk te zijn vastgelegd en door beide partijen te worden ondertekend. Een rechtskeuze is dus mogelijk bij huwelijkse voorwaarden of bij echtscheidingsconvenant.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs