Verhuizen..kan dat zomaar?

l.scheepens • January 31, 2019

en hoe zit het dan met de omgangsregeling?

Na een echtscheiding blijft het gezamenlijk ouderlijk gezag in stand. Dat betekent dat de gescheiden ouders belangrijke beslissingen over de kinderen samen moeten nemen. Als het niet lukt om samen tot een besluit te komen, kan de rechter gevraagd worden om een beslissing te nemen. Een verhuizing is een belangrijke beslissing, tenzij deze verder geen gevolgen zal hebben voor de verdeling van de zorg, het contact met de andere ouder en de kinderen ook na de verhuizing op dezelfde school blijven. Wanneer de afstand echter groter wordt en het halen en brengen van de kinderen meer tijd gaat kosten en/of de kinderen moeten worden ingeschreven op een andere school en/of de zorgregeling moet worden aangepast, is het recht om te verhuizen met de kinderen niet vanzelfsprekend.

​Het is niet zo dat een bepaald aantal kilometers is vastgesteld waarbinnen gescheiden ouders vrij zijn om te verhuizen. In het verplichte ouderschapsplan kan wel worden afgesproken dat de ouders binnen een bepaalde afstand van elkaar blijven wonen. Maar ook als die afspraak niet is gemaakt, zijn ouders niet vrij om met de kinderen te verhuizen naar een andere plaats.

Bij co-ouderschap betekent een verhuizing vaak ook het einde van die co-ouderschap. In dat geval is er niet alleen toestemming nodig om te verhuizen, maar zullen er ook nieuwe afspraken gemaakt moeten worden over de verdeling van de zorg voor de kinderen.

Vervangende toestemming

Indien de rechter zogenaamde vervangende toestemming wordt gevraagd om te verhuizen, spelen een aantal factoren een rol. Vanzelfsprekend speelt de afstand een rol. Hoe groter de afstand wordt tussen beide ouders en daarmee de afstand tussen de kinderen en de niet-verzorgende ouder, des te zwaarder wegen alle overige factoren die een rol spelen. De verzorgende ouder zal moeten aantonen dat er een zwaarwegend belang is bij de verhuizing en soms zelf moeten aantonen dat er sprake is van een noodzaak tot verhuizing . De verdeling van de zorg is eveneens een belangrijke factor in de afweging van de belangen van de beide ouders. Een verhuizing kan tot gevolg hebben dat het doordeweekse contact van de niet-verzorgende ouder met de kinderen niet meer mogelijk is. Daarmee verliest de verzorgende ouder vaak ook het contact met de school en de rest van de leefwereld van de kinderen. Indien voor de verhuizing sprake was van een weekendregeling, kan die vaak na de verhuizing gewoon worden voortgezet tenzij de afstand echt heel groot wordt zoals bij de emigratie naar een ander land. Over extra reiskosten kunnen dan nog afspraken worden gemaakt.

Het belang van de verzorgende ouder bij de verhuizing kan te maken hebben met werk, inkomen, een nieuwe relatie of een sociaal netwerk. Indien iemand bijvoorbeeld afhankelijk is van een sociaal netwerk, kan de wens om te verhuizen naar de plaats waar de familie grotendeels woont, legitiem zijn.

Nieuwe partner

Ook na de echtscheiding bestaat voor de verzorgende ouder een zekere mate van vrijheid om het leven opnieuw in te richten. Wanneer de nieuwe partner gebonden is aan een andere plaats, kan de wens ontstaan om te verhuizen naar de woonplaats van de nieuwe partner. Ook in dat geval worden echter alle factoren gewogen, hetgeen kan betekenen dat het samenwonen moet worden uitgesteld. Sommige kinderen passen zich immers niet zo makkelijk aan in een nieuwe omgeving, een andere school of een samengesteld gezin. De leeftijd van een kind, de sociale vaardigheden, het schooljaar, kunnen heel bepalend zijn of een verhuizing al dan niet kan doorgaan.

Communicatie blijft belangrijk!

Verder is van belang hoe de verhouding is tussen de beide ouders. Indien de communicatie al niet goed is, is de kans kleiner dat een rechter vervangende toestemming zal geven voor de verhuizing. Tijdig het voornemen van verhuizing aan de orde stellen en de niet-verzorgende ouder betrekken in de voorbereiding, zoals bijvoorbeeld het uitzoeken van een andere school, geeft meer vertrouwen dat ook na de verhuizing de omgang in aanvaardbare mate in stand kan blijven. Plotsklaps, onvoorbereid verhuizen, kan er zelfs toe leiden dat de verzorgende ouder gedwongen wordt terug te keren, dan wel dat het hoofdverblijf van de kinderen wordt gewijzigd naar dat van de andere (voorheen niet) verzorgende ouder.

detective
By l.scheepens November 14, 2025
De kosten voor het inschakelen van een detective/recherchebureau kunnen behoorlijk oplopen. Dat doe je dus eigenlijk alleen maar als er iets mee te winnen valt. In het kader van de alimentatieverplichting kan het inschakelen van een detective winst opleveren. Volgens artikel 1:160 BW vervalt het recht op partneralimentatie niet alleen als er sprake is van hertrouwen van de alimentatiegerechtigde, maar ook als die gaat samenwonen als ware zij/hij gehuwd. Dat laatste wordt niet snel toegegeven. En als het niet wordt erkend dan moet dat door degene die stelt dat er sprake is van samenwonen worden bewezen. Daartoe kan een rapport van een recherchebureau dienen. In een zaak die diende bij de rechtbank Gelderland had de man om vaststelling van partneralimentatie gevraagd. De vrouw beriep zich op artikel 1:160 BW. Volgens haar woonde de man sinds het uiteengaan van partijen samen met zijn nieuwe partner X als waren zij gehuwd. Ter onderbouwing van die stelling heeft de vrouw een rechercherapport van [detectivebureau] overgelegd. De vrouw verzocht de rechtbank het verzoek van haar ex af te wijzen en hem te veroordelen in de kosten van het rechercherapport ad (afgerond) € 13.000. De man erkende dat hij een duurzame affectieve relatie had met X maar niet dat hij zou samenwonen. Hij bracht naar voren dat X een eigen huis had en hij ook. De rechtbank overweegt als volgt. Bij de invulling van het vereiste samenwonen moet aansluiting worden gezocht bij de moderne maatschappij. Het feit dat de man en X beiden nog een eigen woning aanhouden, hoeft op zichzelf niet uit te sluiten dat sprake is van samenleven als gehuwden (HR 19 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ7380 ). Voor het aannemen van samenwoning moet wel duidelijk zijn dat het zwaartepunt van het verblijf in één van de twee woningen ligt, dan wel dat betrokkenen het grootste deel van de tijd bij elkaar doorbrengen, wisselend in de ene en de andere woning. Uit het overgelegde rechercherapport blijkt dat de man en X gedurende de gehele observatieperiode in de woning van de man aanwezig waren, zowel samen als afzonderlijk van elkaar. Zij hebben elkaars huissleutel, doen samen boodschappen, gaan samen winkelen, rijden samen in de auto van de man en hebben samen de tuin versierd met kerstverlichting. De man heeft slechts in het algemeen betwist dat hij samenwoont en aangevoerd dat het rechercherapport ‘niet deugt’ en jegens hem ‘onrechtmatig’ is. Het lag echter op zijn weg om hetgeen door de vrouw gemotiveerd is gesteld in voldoende mate te betwisten. De man heeft geen enkel inzicht gegeven in hoe hij en X het leven met elkaar vormgeven, zoals inzicht in hoe vaak zij wel of niet bij elkaar zijn. De man heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij en X allebei beschikken over een eigen woning, zoals afschriften van bankrekeningen waaruit blijkt dat zij ieder hun eigen woonkosten betalen, of de jaarafrekeningen van het stroom- en gasverbruik in beide woningen sinds december 2022. Ook heeft de man geen financiële stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij niet samenwoont, zoals een uitkeringsspecificatie waaruit zou blijken dat hij een AOW-uitkering krijgt voor een alleenstaande. Voorts had het op de weg van de man gelegen om de stelling dat er sprake is van een gemeenschappelijke huishouding voldoende te betwisten, door te stellen - en zo nodig te onderbouwen - dat hij voor eigen rekening boodschappen doet. De rechtbank concludeert dat de man met X samenwoont als ware hij gehuwd in de zin van artikel 1:160 BW. De rechtbank acht bewezen dat de samenwoning in ieder geval sinds december 2022 bestond, omdat dit niet voldoende is betwist. Dat betekent dat de eventuele aanspraak van de man op een partnerbijdrage al was geëindigd op het moment dat hij het verzoekschrift tot vaststelling van partneralimentatie indiende. De rechtbank wijst het verzoek van de man af. Op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW kunnen de kosten voor het inschakelen van een detectivebureau voor vergoeding in aanmerking komen. Daarvoor is vereist, zo volgt uit vast jurisprudentie, dat (1) een sine qua non-verband bestaat tussen de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis en de kosten, (2) de kosten in zodanig verband staan met die gebeurtenis dat zij, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en de schade, aan de aansprakelijke persoon kunnen worden toegerekend, (3) het redelijk was om in verband met een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van die gebeurtenis deskundige bijstand in te roepen en (4) de daartoe gemaakte kosten redelijk zijn. Volgens de rechtbank is hier aan deze voorwaarden voldaan. Immers, indien de man niet was gaan samenwonen met X als ware hij gehuwd en vervolgens een verzoek tot partneralimentatie had ingediend, dan had de vrouw het detectivebureau niet ingeschakeld. De kosten daarvan staan in zodanig verband met de samenwoning van de man, dat deze aan hem kunnen worden toegerekend, die geen melding heeft gemaakt van de samenwoning. Gelet op de zware stelplicht en bewijslast die in het kader van artikel 1:160 BW op de vrouw rust, was het redelijk om deskundige bijstand in te roepen. Voorts acht de rechtbank de door de vrouw aangetoonde kosten van het detectivebureau redelijk, gelet op de omvang van het onderzoek en het rapport. Nu de vrouw deze kosten genoegzaam heeft aangetoond met gespecificeerde nota's, wijst de rechtbank het verzochte bedrag toe. Rechtbank Gelderland 20 oktober 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:8769
By l.scheepens September 22, 2025
Ben je verplicht om meer te gaan werken als je parttime werkt en je wilt aanspraak maken op partneralimentatie?
By l.scheepens September 18, 2025
Moet bij de vaststelling van alimentatie rekening worden gehouden met dividend als inkomen wanneer de aandelen zijn overgenomen tegen betaling van een vergoeding
By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
meer blogs