testament-beding in convenant

Kun je in een echtscheidingsconvenant een beding opnemen waarmee wordt bepaald wie de erfgenaam zal zijn van bijvoorbeeld de (voormalig) echtelijke woning? Die behoefte wordt soms wel eens gevoeld door partijen. In het overleg tussen partijen over de verdeling kan aan de orde komen dat één van partijen een voorwaarde wil verbinden aan de toedeling van de woning. Bijvoorbeeld de voorwaarde dat de woning na overlijden van degene aan wie de woning wordt toebedeeld, weer terugkomt bij de ander of wordt nagelaten aan de kinderen. Een beding dat de testeervrijheid aan banden legt is echter nietig.
Uit artikel 4:4 lid 1 BW volgt dat een vóór het openvallen van een nalatenschap verrichte rechtshandeling nietig is, voor zover zij de strekking heeft een persoon te belemmeren in zijn vrijheid om bevoegdheden uit te oefenen, welke hem krachtens de wet met betrekking tot die nalatenschap toekomen. Dit artikel beoogt uitdrukkelijk om belemmeringen in het testeren tegen te gaan. Dientengevolge is nietig de overeenkomst, waarbij iemand zich jegens een ander verbindt tot het maken of het niet maken van een uiterste wilsbeschikking.
Als partijen toch een afspraak willen maken waarbij de woning wordt toebedeeld aan de ene partij met de verplichting om deze testamentair te vermaken aan de ander/of de kinderen en dat vastleggen in een convenant, dan biedt dat geen zekerheidomdat een testament altijd is te herroepen. In een convenant kan de laatste wil dus ook niet worden vastgelegd. Zie bijvoorbeeld: RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT 13-01-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:768