rangorde kinderalimentatie

l.scheepens • August 5, 2025

onderhoudsplicht voor minderjarig kind versus onderhoudsplicht voor meerderjarig kind, ouder dan 21 jaar

Kinderen worden meerderjarig als ze 18 jaar worden. Tussen 18 jaar en 21 jaar noemen we de kinderen jong-meerderjarig. Vanaf 18 jaar zijn ze zelf rechthebbende wat betreft de onderhoudsbijdrage die de onderhoudsplichtige tot dat moment aan de verzorgende ouder betaalt. Veel ouders maken bij scheiding de afspraak dat ook vanaf dat moment de alimentatie aan de verzorgende ouder wordt betaald zolang het kind nog bij die ouder woont. De onderhoudsverplichting loopt door tot het kind 21 jaar wordt, tenzij het kind voor die tijd in eigen levensonderhoud kan voorzien. Omdat ouders een opleiding belangrijk vinden voor hun kinderen, wordt ook vaak afgesproken dat de onderhoudsverplichting doorloopt zolang een kind met goede resultaten een opleiding volgt. Aan die afspraak wordt dan wel vaak een leeftijd gekoppeld en soms de voorwaarde dat er wel overleg/contact moet zijn.


Kinderalimentatie gaat voor op partneralimentatie. Dat wil zeggen dat men pas aan het vaststellen van partneralimentatie toekomt als volledig in de kosten van de kinderen is voorzien. Maar hoe zit het met de rangorde als het gaat om kinderalimentatie? Heeft een minderjarig kind voorrang op een meerderjarig kind, ouder dan 21 jaar?


De Hoge Raad heeft op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een zaak waarin sprake was van een vader die een onderhoudsbijdrage betaalde voor zijn meerderjarige (studerende) zoon uit een eerdere relatie en die onderhoudsbijdrage in mindering wilde brengen op zijn draagkracht. De moeder van zijn tweede kind verzocht na de scheiding ook een onderhoudsbijdrage voor hun zoon en stelde dat de onderhoudsverplichting voor het minderjarige kind moest voorgaan op de onderhoudsbijdrage voor het meerderjarige kind.


De Hoge Raad overweegt als volgt. Is een ouder verplicht levensonderhoud te verstrekken aan zijn kind dat de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt en heeft hij daarnaast een, al dan niet morele of contractuele, verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud aan een kind van 21 jaar en ouder, dan heeft – indien de draagkracht van de ouder onvoldoende is om dit volledig aan beiden te verschaffen – het eerstbedoelde kind voorrang boven het andere kind (art. 1:400 lid 1 BW).3 Daarbij is niet van belang of de ouder en de andere ouder van het eerstbedoelde kind samen wel voldoende draagkracht hebben om in diens behoefte te voorzien. Wel is de draagkracht van beide ouders van belang bij het bepalen in welke verhouding zij moeten bijdragen om in de behoefte van het kind te voorzien (art. 1:397 lid 2 BW).

Dit betekent, toegesneden op dit geval, dat ook indien op de vader een morele of contractuele onderhoudsplicht rust jegens de halfbroer, de bijdrage voor de halfbroer bij het bepalen van de kinderalimentatie voor de minderjarige zoon,  niet in mindering op de draagkracht van de vader wordt gebracht.

Deze uitspraak is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:HR:2025:317.








By l.scheepens September 22, 2025
Ben je verplicht om meer te gaan werken als je parttime werkt en je wilt aanspraak maken op partneralimentatie?
By l.scheepens September 18, 2025
Moet bij de vaststelling van alimentatie rekening worden gehouden met dividend als inkomen wanneer de aandelen zijn overgenomen tegen betaling van een vergoeding
By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
meer blogs