De lijfrentepolis

l.scheepens • November 27, 2020

Let op de fiscale consequenties bij scheiding

Bij de verdeling of verrekening vanwege echtscheiding vraagt de lijfrentepolis extra aandacht.

Een lijfrentevoorziening heeft als doel toekomstig inkomen aan te vullen. Lijfrentevoorzieningen bestaan in de vorm van een kapitaal- of beleggingsverzekering of in de vorm van een spaar- of beleggingsrekening. De gelden die worden ingelegd in een lijfrentevoorziening zijn in het verleden als “uitgaven voor een inkomensvoorziening” in mindering gebracht op het “inkomen uit werk en woning”. Tegenover het hiermee behaalde belastingvoordeel staat dat de termijnen later, in de uitkeringsfase, zijn belast als “belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen”. De leidende gedachte bij het afsluiten van een lijfrentepolis is meestal dat het belastingtarief waartegen kan worden afgetrokken groter is dan waartegen het later in de uitkeringsfase wordt belast. Bovendien vormt de lijfrentevoorziening geen onderdeel van de vermogensgrondslag in box 3. Tegenover het belastingvoordeel staat de voorwaarde dat de gelden uit de lijfrentevoorziening worden gebruikt om het inkomen op de oude dag aan te vullen. Het bedrag kan in principe niet ineens worden uitgekeerd.

Indien tot de huwelijksgemeenschap een lijfrentepolis behoort,dan dient deze in de verdeling bij scheiding betrokken te worden. Indien partijen op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd met een verrekenbeding dan dient de lijfrente niet verdeeld te worden, maar dient de waarde verrekend te worden.

Omdat de lijfrente uitkeringen in de toekomst zijn belast, dient bij de waardering van de lijfrentevoorziening een belastinglatentie toegepast te worden. Over de opgebouwde waarde nu, moet immers later belasting betaald worden. In de praktijk wordt de belastinglatentie vaak op 30% gesteld. In 2018 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de waardering van belastinglatenties. De Hoge Raad oordeelde dat als partijen bij de afrekening uitgaan van de afkoopwaarde op de peildatum, het niet is toegestaan voor de berekening van de belastinglatentie uit te gaan van een later moment en vervolgens een contante waardeberekening toe te passen (Hoge Raad 23 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:281).

Indien de lijfrente in het kader van de verdeling van de gemeenschap verdeeld moet worden, zijn er verschillende opties zoals afkoop, splitsing, toedeling aan diegene die de voorziening heeft opgebouwd of toedeling van de voorziening aan de partner die de voorziening niet heeft opgebouwd. Het afkopen van een lijfrentevoorziening heeft echter grote fiscale gevolgen. De belastingplichtige dient bij afkoop inkomstenbelasting te betalen over alle premies en het rendement daarop. Daarnaast dient 20% revisierente betaald te worden over deze uitkering. Dat maakt dat niet vaak wordt gekozen voor afkoop. Er geldt echter een uitzondering voor lijfrentevoorzieningen waarvan de waarde in het economische verkeer kleiner is dan € 4.475. Deze vrijstelling geldt voor beide partners. Dat betekent dat voorzieningen die kleiner zijn dan € 8.950 kunnen worden afgekocht. Hierbij dient wel duidelijk te zijn dat de afkoopwaarde bij helfte zal worden verdeeld. Meerdere voorzieningen bij dezelfde aanbieder dienen bij elkaar opgeteld te worden.

De lijfrentevoorziening kan in het kader van een verdeling van een gemeenschap (met toestemming van de verzekeraar) gesplitst worden zonder fiscale gevolgen. De partner die de lijfrente niet heeft opgebouwd zet dan een deel van de voorziening voort.

Indien de lijfrentevoorziening geheel aan één van de partners wordt toebedeeld dan wordt de ontvangende partner overbedeeld. Hiervoor dient diegene een vergoeding te betalen aan de ander. Deze compensatie kan de vorm hebben van geld maar ook van een vermogensbestanddeel. De compensatie in verband met de overbedeling zal worden belast bij de partij die de vergoeding ontvangt. De partner die de compensatie voldoet heeft een persoonsgebonden aftrek. Daarbij maakt het geen verschil wie de voorziening heeft opgebouwd.

Een lijfrentevoorziening kan ook onderdeel zijn van het te verrekenen vermogen indien er sprake is van een huwelijkse voorwaarden met een verrekenbeding. Het kan voorkomen dat diegene tot wiens vermogen de lijfrentevoorziening behoort in verband met een verrekenbeding een vergoeding moet betalen aan de andere echtgenoot. De verrekening heeft dezelfde fiscale gevolgen als bij het verdelen van een huwelijksgemeenschap. Ook hier kan het gewenst zijn dat de lijfrentevoorziening geheel of gedeeltelijk wordt toebedeeld aan de andere echtgenoot. Bijvoorbeeld als er onvoldoende liquide middelen zijn om een partner te compenseren. Deze handeling kan op grond van de letterlijke wettekst niet fiscaal geruisloos plaatsvinden. In een beleidsbesluit (Besluit van 13 juni 2012, nr. BLKB2012/283M) is echter goedkeuring gegeven om de lijfrente onder specifieke voorwaarden over te dragen aan de andere partner. Laat u zich hierover goed voorlichten om niet later voor verrassingen te komen staan.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs