Benadeling schuldeisers door huwelijkse voorwaarden

l.scheepens • March 8, 2021

vernietiging ogv faillissementspauliana




Met huwelijkse voorwaarden maken partijen afspraken terzake het vermogen in afwijking van het wettelijk stelsel van de (beperkte) gemeenschap van goederen, om daarmee de rechten en verplichtingen in de onderlinge verhouding te regelen maar ook om het vermogen van één van de partners veilig te stellen in verband met mogelijke, toekomstige schuldeisers. Huwelijkse voorwaarden kunnen tijdens het huwelijk nog worden aangegaan of worden gewijzigd maar het mag niet de bedoeling zijn om (bestaande) schuldeisers te benadelen.

De rechtbank Rotterdam heeft op 9 december 2020 gedaan in een zaak waarin volgens de curator sprake was van een vernietigbare wijziging van huwelijkse voorwaarden. Partijen waren op huwelijkse voorwaarden (gemeenschap van inboedel) met elkaar gehuwd. In 2014 wijzigen zij hun huwelijkse voorwaarden in koude uitsluiting, waarbij het aandeel van de man in de inboedel zonder vergoeding aan de vrouw wordt toegedeeld. In 2017 wordt de man failliet verklaard. De curator vernietigt (met een beroep op artikel 42 Fw) de wijziging van de huwelijkse voorwaarden. Volgens de curator is de wijziging van de huwelijkse voorwaarden als paulianeus aan te merken en heeft hij de rechtshandeling waarbij de huwelijkse voorwaarden zijn gewijzigd op grond van artikel 42 Fw rechtsgeldig vernietigd. Als gevolg hiervan rust er ten aanzien van de inboedel op de vrouw een teruggaveverplichting aan de curator. Vanwege de verkoop van de inboedel aan haar ouders is zij hiertoe niet in staat, hetgeen haar schadeplichtig maakt, aldus de curator.

De rechtbank overweegt als volgt. Voor een succesvol beroep op artikel 42 Fw moet aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Er moet sprake zijn van een onverplichte rechtshandeling die leidt tot benadeling van schuldeisers, terwijl de schuldenaar wetenschap had of behoorde te hebben van die benadeling.
Vast staat dat door de wijziging van de huwelijkse voorwaarden de inboedel aan het vermogen van de man is onttrokken, waardoor de curator zich niet meer namens de schuldeisers op die inboedel kan verhalen. Er is geen verhaalsobject voor in de plaats gekomen zodat ook vast staat dat de curator door de wijziging van de huwelijkse voorwaarden is benadeeld. De rechtbank verwerpt de stelling van de vrouw dat ten tijde van het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden nog geen rekening hoefde te worden gehouden met een faillissement. De man heeft verklaard dat hij de maandelijkse hypotheeklasten niet meer kon voldoen. Kennelijk waren er dus toen grote financiële problemen. Het onder deze omstandigheden overhevelen van delen van het gemeenschappelijk vermogen naar een afgescheiden vermogen van een echtgenote, levert een benadeling op van schuldeisers.
Van wetenschap van benadeling in de zin van artikel 42 Faillissementswet is sprake indien ten tijde van de rechtshandeling (de wijziging van de huwelijkse voorwaarden) het faillissement en het tekort daarin met een redelijke mate van zekerheid voor de schuldenaar waren te voorzien (HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8493 ). In het systeem van artikel 42 Fw moet in alle gevallen wetenschap van de schuldenaar worden aangetoond (lid 1). In geval sprake was van een rechtshandeling ‘om baat’, moet ook de wetenschap bij de wederpartij (in dit geval de vrouw) worden aangetoond (lid 2). De vrouw heeft echter onvoldoende gemotiveerd gesteld dat haar man voor de wijziging van de huwelijkse voorwaarden een tegenprestatie heeft ontvangen, zodat sprake is van een rechtshandeling ‘om niet’. In dat geval komt lid 3 aan de orde, maar de vrouw heeft onvoldoende gesteld met betrekking tot de daarin genoemde voorwaarde dat zij ten tijde van de faillietverklaring niet door de rechtshandeling was gebaat. Er dient dan ook beoordeeld te worden of de man ten tijde van de wijziging van de huwelijkse voorwaarden wist of behoorde te weten dat hij zijn schuldeisers daarmee zou benadelen. Volgens de rechtbank is dat het geval, omdat hij heeft verklaard dat hij en de vrouw destijds in dermate financiële problemen verkeerden, dat zij hun maandelijkse hypotheekverplichtingen niet meer konden voldoen.
De rechtbank wijst de vordering van de curator toe zodat de vrouw de schade dient te vergoeden op grond van artikel 6:74 BW. De rechtbank stelt de te betalen schadevergoeding vast op € 10.000.

De uitspraak is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:RBROT:2020:13001

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs