Alimentatie jong-meerderjarige

l.scheepens • May 3, 2020

Onderhoudsverplichting vanaf 18 jaar

Op grond van artikel 1:404 BW zijn ouders verplicht om bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen ( tot 18 jaar). Voor jong-meerderjarige kinderen (18 tot 21 jaar) zijn ouders op grond van artikel 1:395a BW verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie. Een door de rechter vastgestelde bijdrage in verzorging en opvoeding die gold tot het bereiken van de 18-jarige leeftijd wordt op grond van artikel 1:395b BW van rechtswege omgezet in een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Van rechtswege betekent dat automatisch, op grond van de wet, de bijdrage die tot dat moment betaald moest worden aan de verzorgende ouder, voortaan betaald moet worden aan de jong-meerderjarige. De jong-meerderjarige is dus zelf de rechthebbende ook al woont hij/zij nog bij de verzorgende ouder. Dat betekent ook dat de jong-meerderjarige zelf betaling kan afdwingen via een deurwaarder/LBIO. Gold op dat moment geen bijdrage dan zal de jong-meerderjarige zelf zijn onderhoudsplichtige ouder moeten aanspreken.

Doordat de bijdrage die gold bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd van rechtswege wordt omgezet, veranderd er ook aan de hoogte van de bijdrage niets. Toch kan het zo zijn dat de kosten hoger zijn geworden vanwege een studie bijvoorbeeld. Een wijziging van omstandigheden kan aanleiding zijn om de bijdrage opnieuw vast te stellen. Bij minderjarige kinderen wordt de behoefte (kosten) afgeleid uit de tabellen 'eigen aandeel kosten kinderen' aan de hand van het inkomen van de ouders. Deze tabellen gelden echter niet voor 18-plussers. In het Rapport alimentatienormen wordt aanbevolen om voor de behoefte van jong-meerderjarigen aan te sluiten bij de normbedragen volgens de Wet Studiefinanciering.

In een uitspraak van 14 december 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:5519) oordeelde het Hof ’s-Hertogenbosch:

“ Vaststaat dat de jongmeerderjarige valt onder het sinds 1 september 2015 geldende studiefinancierings- stelsel (leenstelsel). Het hof zal, anders dan de rechtbank, niet uitgaan van het onder dit stelsel geldende maximale leenbedrag inclusief collegegeldkrediet. Het enkele feit dat het financieringssysteem voor de studiefinanciering met ingang van 1 januari 2015 is gewijzigd, betekent niet dat de daadwerkelijke kosten van levensonderhoud en studie van een studerende jongmeerderjarige zijn veranderd. Of van het onder het nieuwe systeem maximaal beschikbare leenbedrag daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt, zal afhangen van de persoonlijke omstandigheden van de individuele student. Nu deze persoonlijke omstandigheden door het hof (hier in dit geval) niet beoordeeld kunnen worden, ziet het hof aanleiding uit te gaan van het normbudget voor levensonderhoud voor een thuiswondende student hoger onderwijs zoals dat gold onder het oude stelsel, vermeerderd met het collegegeldkrediet. In dit normbedrag zijn immers bedragen verdisconteerd voor levensonderhoud, ziektekosten en studiekosten van een thuiswonende student hoger onderwijs.”

De jong-meerderjarige kan voor een deel zelf in de kosten voorzien. De jong-meerderjarige heeft immers zelf recht op zorgtoeslag en deze kan in mindering worden gebracht op de behoefte. Met inkomsten uit arbeid kan de jong-meerderjarige ook gedeeltelijk voorzien in de kosten. Als deze bijverdiensten structureel zijn dan kan daarmee door de rechter, volgens het Rapport alimentatienormen, rekening worden gehouden maar dat gebeurt niet altijd.


By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs