Wijziging van kinderalimentatie

l.scheepens • July 5, 2020

effect niet-wijzigingsbeding

In een andere blog heb ik aandacht besteed aan de uitspraak van de Hoge Raad van 1 november 2019 aangaande het niet-wijzigingsbeding met betrekking tot kinderalimentatie. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij beschikking van 26 mei 2020 uitspraak gedaan met verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft in het arrest van 1 november 2019 neergelegd dat een niet-wijzigingsbeding ten aanzien van de kinderalimentatie niet kan beletten dat de kinderalimentatie wordt verhoogd indien daartoe op grond van een wijziging van omstandigheden aanleiding is, maar wel kan beletten dat de kinderalimentatie wordt verlaagd.


In deze zaak was om wijziging van de kinderalimentatie gevraagd op grond van een wijziging vande financiëleomstandigheden. In het door partijen overeengekomen (en door de rechtbank bij echtscheidingsbeschikking bekrachtigde) ouderschapsplan waren partijen een bijdrage ten laste van vader overeengekomen met de uitdrukkelijke vermelding dat de alimentatieregeling niet bij rechterlijke uitspraak zou kunnen worden gewijzigd op grond van een wijziging van omstandigheden.

De vrouw vroeg om verhoging van de kinderalimentatie.De man voert in zijn beroepschrift aan dat uit het door partijen overeengekomen ouderschapsplan blijkt dat de alimentatieregeling niet bij rechterlijke uitspraak kan worden gewijzigd op grond van een wijziging van omstandigheden.

Het hof stelt, in navolging van HR 1 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1689, het volgende voorop. Op grond van artikel 1:404 lid 1 BW zijn ouders verplicht naar draagkracht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen.

De contractsvrijheid van ouders bij afspraken over kinderalimentatie wordt begrensd door de dwingendrechtelijke regel dat de kinderalimentatie ten minste moet voldoen aan de wettelijke maatstaven. De rechter oordeelt over de afspraken tussen de ouders zelfstandig met inachtneming van de wettelijke maatstaven, zonder gebonden te zijn aan hetgeen de ouders onderling over de kinderalimentatie zijn overeengekomen.

In deze zaak is de kinderalimentatie vastgesteld bij overeenkomst tussen de ouders. Wijziging van die overeenkomst is op grond van artikel 1:401 BW onder meer mogelijk als zij door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen (lid 1). Wanneer is vastgesteld dat de wijzigingsgrond zich voordoet, geldt dat de rechter zelfstandig oordeelt over de kinderalimentatie met inachtneming van de wettelijke maatstaven, zonder gebonden te zijn aan hetgeen de ouders onderling over die kinderalimentatie zijn overeengekomen. Omdat tussen partijen niet in geschil is dat sprake is van een wijzigingsgrond, zal het hof aan de hand van de regels omtrent behoefte en draagkracht beoordelen in hoeverre sprake is van een rechtens relevante wijziging van omstandigheden die een aanpassing van de geldende alimentatie rechtvaardigt. Vervolgens stelt het hof de kinderalimentatie vast op een hoger bedrag.

De kinderen mogen dus geen verhoging van de bijdrage mislopen doordat de ouders een niet-wijzigingsbeding zijn overeengekomen in het ouderschapsplan. Als de financiële omstandigheden aan de zijde van de onderhoudsplichtige zich verbeteren, kan zonder meer, ondanks een niet-wijzigingsbeding, om verhoging van de kinderalimentatie worden gevraagd. Als het gaat om een verslechtering van de financiële omstandigheden zal het afhankelijk zijn van alle te wegen omstandigheden of een bijdrage wordt verlaagd.

De uitspraak van het hof is terug te vinden op www.rechtspraak.nl onder kenmerk ECLI:NL:GHARL:2020:4163.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs