Vragen rondom het alsof-beding

l.scheepens • March 5, 2023

Huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden zijn afspraken over de verdeling van bezittingen en inkomen, opgemaakt bij de notaris en ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Huwelijkse voorwaarden bestaan er in veel verschillende varianten, maar de bedoeling is in elk geval om af te wijken van de regels zoals de wet die stelt aan een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Vanaf 1-1-2018 geldt de beperkte gemeenschap van goederen. Wil je daarvan afwijken en bijvoorbeeld dat ook het voorhuwelijks vermogen in de huwelijksgemeenschap valt, dan maak je huwelijkse voorwaarden. Voor 1-1-2018 gold in Nederland de algehele gemeenschap van goederen. Wilde je geen gemeenschap, dan trouwde je op huwelijkse voorwaarden met uitsluiting van gemeenschap van goederen. Dat noemen we de koude uitsluiting. Er is geen koude uitsluiting als in de huwelijkse voorwaarden een verrekenbeding is opgenomen. Een verrekenbeding kan partijen ertoe verplichten om jaarlijks het overgespaarde inkomen te verrekenen. Een periodiek verrekenbeding dus. Een vorm van een finaal verrekenbeding is het zogenaamde 'alsof-beding'.

Een alsof-beding bedoelt aan het einde van het huwelijk af te rekenen alsof een gemeenschap van goederen heeft bestaan. Het vermogen wordt dus niet verdeeld, zoals bij de werkelijke gemeenschap van goederen, maar er wordt verrekend in geld. Dat kan nog allerlei vragen oproepen zoals in de casus die leidde tot de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 februari 2023.

Partijen waren op huwelijkse voorwaarden (uitsluiting van elke gemeenschap van goederen, met een alsof-verrekenbeding) met elkaar gehuwd. Ten aanzien van het finale verrekenbeding waren zij bij huwelijkse voorwaarden het volgende overeengekomen: ‘ In de verrekening worden ingeval van echtscheiding (…) niet betrokken datgene wat krachtens erfrecht of schenking wordt verkregen.’ In 2022 wordt hun huwelijk door echtscheiding ontbonden.

De rechtbank heeft bepaald dat de man vanwege een (voorhuwelijkse) erfenis een vergoedingsrecht heeft jegens de eenvoudige gemeenschap van € 105.000, welk bedrag hij in mindering mag brengen op zijn te verrekenen vermogen.

De vrouw is het daarmee niet eens en gaat in beroep. Het hof overweegt dat partijen met een alsof-beding kennelijk aansluiting zoeken bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen in titel 7 van Boek 1 BW. De vraag kan rijzen of partijen daarbij slechts het oog hebben op de regels over de omvang van de gemeenschap (1:94 BW) dan wel of zij mede beogen de mogelijkheid van het ontstaan van vergoedingsrechten als bedoeld in artikel 1:95 lid 2 en 1:96 lid 4 in het leven te roepen. Deze vraag kan volgens het hof niet in algemene zin worden beantwoord maar is een kwestie van uitleg van de huwelijkse voorwaarden, waarbij van belang is wat partijen met betrekking tot de berekening van de verrekenvordering zijn overeengekomen en of zij naast het alsof-beding al regelingen hebben getroffen voor het ontstaan van vergoedingsrechten.

De man heeft aangetoond dat hij vóór het huwelijk een bedrag van € 105.000 uit de nalatenschap van zijn moeder heeft verkregen. In beginsel zou het bedrag uit de nalatenschap (ingevolge artikel 16 lid 1 sub a van de huwelijkse voorwaarden) buiten de (finale) verrekening dienen te blijven. Partijen hebben - zo blijkt uit de huwelijkse voorwaarden en hetgeen zij ter zitting hebben verklaard - bedoeld om een zo groot mogelijke toepassing aan een pseudogemeenschap te geven, maar hebben daarbij ook uitdrukkelijk in de huwelijkse voorwaarden van de verrekening uitgesloten wat op grond van erfrecht of schenking wordt verkregen. Dat de bepaling in de tegenwoordige tijd is geformuleerd, maakt niet dat een vóór het huwelijk verkregen nalatenschap in de afrekening moet worden betrokken.
Vast staat dat de man met de gelden uit de nalatenschap vóór het huwelijk een stuk grond heeft gekocht, waarop de eerste echtelijke woning van partijen is gebouwd. Die woning is met winst verkocht, waarna een tweede echtelijke woning is aangekocht. Ook heeft de man voldoende aannemelijk gemaakt dat hij gelden uit de nalatenschap heeft aangewend voor beleggingen, waarvan de meerwaarde in de tweede echtelijke woning is gegaan. Het hof heeft geen aanleiding te veronderstellen dat het geld van de nalatenschap er niet meer is. Sinds de aankoop van de eerste woning is het vermogen van partijen toegenomen. Ook als de visie van de vrouw zou worden gevolgd dat de man de nalatenschap in zijn onderneming heeft geïnvesteerd, maakt dat het voorgaande niet anders. De waarde van de onderneming van de man wordt immers ook in de verrekening betrokken. Daarbij komt dat het te delen vermogen thans ongeveer € 4 miljoen bedraagt en de schuldenlast ongeveer € 3 miljoen, zodat niet gezegd kan worden dat de nalatenschap door de man is opgesoupeerd. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank.

De uitspraak is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHARL:2023:947.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs