Tussentijdse verrekening

l.scheepens • November 19, 2020

waarde verrekenverklaring

Met een periodiek verrekenbeding kunnen (aanstaande)echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden afspreken dat jaarlijks, het bespaarde inkomen dat aan het einde van het jaar resteert, na betaling van de kosten voor de huishouding, wordt verdeeld tussen beiden. Een niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding wordt bij scheiding een finaal verrekenbeding.

Bij echtscheiding komt vaak aan het licht dat de echtgenoten hebben verzuimd tijdens het huwelijk de verrekening uit te voeren. Partijen zijn zich vaak niet bewust van de verplichting tot verrekening in de huwelijkse voorwaarden en niet bekend met de gevolgen die de wet verbindt aan een niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding. Bovendien vraagt het nakomen van een verrekenbeding een deugdelijke administratie en wie heeft daar zin in als alles nog koek en ei is? Dat de administratie van groot belang is voor het bepalen of er alsnog moeten worden verrekend blijkt onder meer uit een uitspraak van hetHof Den Bosch van 9 juni 2020.

In deze uitspraak gaat het om de afwikkeling bij de scheiding van het periodieke verrekenbeding dat is opgenomen in de huwelijkse voorwaarden van partijen. Door de man en de vrouw zijn jaarlijks schriftelijke verklaringen ondertekend dat periodiek is verrekend conform de huwelijkse voorwaarden. Aan deze zogenaamde ‘Verrekenverklaringen’ liggen echter geen berekeningen ten grondslag. De vrouwberoept zich op art. 1:141BW en stelt dat aan de periodieke verrekenplicht niet is voldaan. Volgens de man blijkt uit de ‘Verrekenverklaringen’ dat hij en de vrouw een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten over de verrekening. Het Hof stelt de vrouw in het gelijk. Op basis van de tekst van de huwelijkse voorwaarden gaat het bij de vaststelling van de periodieke verrekening om een daadwerkelijke rekenkundige exercitie waarbij partijen verschillende rekenkundige grootheden hadden moeten vaststellen. De jaarlijkse of tussentijdse verrekening vraagt aldus een cijfermatige onderbouwing.

De uitspraak van het Hof is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHSHE:2020:1737

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs