Omgangsrecht gedetineerde ouder

896a87dc2850cdf03406d34a9d243971d90bd7d5 • December 6, 2023

Kan een gedetineerde ouder verzoeken om omgang en informatie als de voogdij is opgedragen aan een gecertificeerde instelling?

Het wettelijk uitgangspunt is dat een kind en zijn ouders recht hebben op omgang met elkaar. Een verzoek van een ouder tot omgang kan slechts worden afgewezen, indien sprake is van een of meer van de in artikel 1:377a BW genoemde ontzeggingsgronden. De rechter ontzegt het recht op omgang slechts indien: omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, of wanneer de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of als het kind, dat 12 jaar of ouder is, ernstige bezwaren heeft, of wanneer de omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind. Artikel 1:377a kent het recht op omgang met het kind ook toe aan degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind en de niet met het gezag belaste ouder, onder dezelfde voorwaarden (ontzeggingsgronden). Volgens vaste jurisprudentie is dit artikel ook van toepassing indien de voogdij bij een gecertificeerde instelling berust (HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:943).

Naar het oordeel van het hof Amsterdam (uitspraak van 18-2-2020 ECLI:NL:GHAMS:2020:562 )behoort tot de zorg en verantwoordelijkheid van een gecertificeerde instelling die optreedt als voogd, in beginsel ook dat zij de ouder die niet met het gezag belast is op de hoogte stelt omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind. Derhalve bestaat ook in de situatie, waarin de ouder het gezag niet meer heeft en/of gedetineerd is, overeenkomstig artikel 1:377b lid 1 BW, een informatieverplichting voor de voogd en kan de rechter daartoe op verzoek van ofwel een ouder zonder gezag ofwel de GI een regeling vaststellen, tenzij de rechter ingevolge artikel 1:377b, lid 2 BW het eerste lid buiten toepassing laat indien het belang van het kind dat vereist.

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs