deskundigenonderzoek bij ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing

896a87dc2850cdf03406d34a9d243971d90bd7d5 • June 10, 2019

verzoek tot het benoemen van een deskundige in OTS en UHP zaken

Het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming speelt een belangrijke rol in zaken waarin de uithuisplaatsing van minderjarige kinderen aan de orde is. Ouders zijn het niet altijd eens met de bevindingen in het Raadsrapport. Artikel 810a lid 2 Rv bepaalt dat de rechter in zaken betreffende ondertoezichtstelling, op verzoek van een ouder een (andere) deskundige kan benoemen, mits dat mede tot beslissing van de zaak kan leiden en het belang van het kind zich daartegen niet verzet. Ook als het gaat om een uithuisplaatsing kan de rechter worden verzocht om een deskundige te benoemen voor een contra-expertise. De Hoge Raad heeft dit bevestigd in haar uitspraak van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:575. Bij een verzoek om een deskundige te benoemen moet wel heel concreet worden aangegeven wat (opnieuw) onderzocht moet worden en het moet relevant zijn voor de beslissing. Een verzoek dat feiten en omstandigheden aanhaalt die onderzocht kunnen worden, mag niet zomaar worden gepasseerd door de rechter. In voornoemde uitspraak heeft de Hoge Raad nog eens herhaald wat eerder al op 5 september 2014 ( ECLI:NL:HR:2014:2632 ) werd overwogen: ‘ Een voldoende concreet en ter zake dienend verzoek tot toepassing van artikel 810a lid 2 Rv, dat feiten en omstandigheden bevat die zich lenen voor een onderzoek door een deskundige, zal in beginsel moeten worden toegewezen indien de rechter geen feiten of omstandigheden aanwezig oordeelt op grond waarvan moet worden aangenomen dat toewijzing van het verzoek strijdig is met het belang van het kind. (…) Voor zover het hof heeft geoordeeld dat het zich op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende voorgelicht acht om een beslissing te nemen, respectievelijk dat de kwaliteit en de wijze van totstandkoming van het raadsrapport geen aanleiding geven tot een nader onderzoek, heeft het miskend dat noch het een noch het ander de afwijzing van een verzoek op de voet van artikel 810a lid 2 Rv rechtvaardigt. ’ De rechter dient aldus te onderzoeken of een op artikel 810a lid 2 Rv gebaseerd verzoek voldoende concreet en ter zake dienend is en (zo ja) of het belang van de kinderen zich tegen toewijzing van het verzoek verzet. De rechter mag bij weigering van het verzoek om een deskundige te benoemen niet volstaan met de overweging dat hij zich ‘voldoende voorgelicht’ acht.

Mr. Lilian Scheepens

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs