Benadeling gemeenschap

l.scheepens • January 16, 2021

beleggen met geleend geld

Ben je in gemeenschap van goederen gehuwd dan deel je bij helften in de bezittingen en schulden. Maar wat nu als één van beide echtgenoten geld heeft geleend voor dubieuze beleggingen zonder de andere echtgenoot daarin te betrekken? Een extreem geval van stiekeme beleggingen kwam aan de orde bij de rechtbank Den Haag en de rechter deed uitspraak op 27 december 2020.

Partijen waren in 2005 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. In 2019 gaan zij feitelijk uiteen. In de echtscheidingsprocedure komt de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap aan de orde. Tijdens het huwelijk heeft de man eigenhandig gemeenschappelijk vermogen (spaargeld) aangewend voor beleggingen in bitcoins. Daarmee is hij slachtoffer geworden van zogenoemde broker - of boilerroom -fraude. Partijen twisten over de vraag of de man hiermee de huwelijksgemeenschap heeft benadeeld zoals bedoeld in artikel 1:164 BW.

De man heeft ter zitting erkend dat hij in 2019 zonder overleg met en/of toestemming van de vrouw het gezamenlijk spaargeld heeftbesteed aan dubieuze beleggingen in bitcoins. Zijn beleggingen hebben erin geresulteerd dat hij in totaal € 99.743 (bestaande uit onder meer spaargeld van partijen, een gift en een lening van zijn ouders) heeft verloren en dus verspild. De rechtbank is van oordeel dat deze nadelig uitpakkende beleggingsbeslissing in dit geval onder de kwalificatie ‘benadeling’ valt. De man heeft niet geïnvesteerd bij een te goeder naam bekend staande instelling, maar heeft zich ingelaten met buitenlandse aanbieders waarover in reviews op internet werd geschreven ‘dat dit geen zuivere koffie was’. De rechtbank is van oordeel dat de man dit niet op deze wijze had mogen doen, althans niet zonder toestemming van de vrouw. de man dient het belegde spaargeld ad € 35.975 aan de huwelijksgemeenschap te vergoeden.
In december 2018 heeft de man een schenking van zijn ouders ontvangen van € 5.363. Bij deze overboeking staat vermeld ‘ schenking onder uitsluitingsclausule conform schenkingsovereenkomst 2018 ’. Nu dit bedrag door de man onder uitsluiting is verkregen, valt dit op grond van artikel 1:94 lid 2 sub a BW (zoals dat gold vóór 1 januari 2018) niet in de algehele gemeenschap van goederen. Dit zou in beginsel betekenen dat de man een vordering op de gemeenschap heeft van € 5.363. De man heeft echter ter zitting verklaard dat hij dit bedrag ook heeft besteed aan vorenbedoelde beleggingen in bitcoins. De rechtbank vindt het daarom niet redelijk om in dit geval te beslissen dat de man, die zelf dit bedrag heeft verspild aan frauduleuze beleggingen, een vergoedingsrecht heeft verkregen op de huwelijksgemeenschap van € 5.363.
Vast staat dat de man in 2019 in totaal ook nog eens € 50.000 heeft geleend bij zijn ouders om verder te beleggen in bitcoins. In beginsel zijn partijen op grond van artikel 1:100 BW in hun onderlinge verhouding voor de helft draagplichtig voor deze schuld. De rechtbank is in dit geval echter van oordeel dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid – mede in verband met de aard van deze schuld – een andere draagplicht moet volgen. De man heeft immers zonder overleg met en/of toestemming van de vrouw in totaal € 50.000 van zijn ouders geleend. Vervolgens heeft hij dit bedrag (samen met het gemeenschappelijke spaargeld van partijen) zonder toestemming van de vrouw besteed aan een onverantwoorde en dubieuze buitenlandse investering in bitcoins, waar hoogstwaarschijnlijk geen enkel voordeel (meer) mee zal kunnen worden behaald. Onder deze omstandigheden is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar indien de vrouw in de onderlinge verhouding met de man voor de helft draagplichtig zou zijn voor deze schuld. De rechtbank beslist daarom dat de man die schuld aan zijn ouders van € 50.000 geheel als eigen schuld zal moeten dragen en voor zijn eigen rekening dient te nemen. Deze uitspraak had anders kunnen uitvallen indien de man bij een bank geld zou hebben geleend om te kunnen beleggen, zelfs als dat zonder medeweten van zijn vrouw zou zijn gebeurd.

De uitspraak is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:RBDHA:2020:12789

By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
By l.scheepens August 2, 2025
hypotheekrentevoordeel voor de één/nadeel voor de ander
By l.scheepens June 11, 2025
Hoe wordt de alimentatie vastgesteld voor een kind waarvan de ouders nooit hebben samengeleefd?
By l.scheepens April 21, 2025
Bestaat er een vergoedingsrecht als de gelden consumptief zijn besteed tijdens het huwelijk?
meer blogs