Blog Post

Hoe wordt de behoefte vastgesteld?

  • By l.scheepens@hotmail.com
  • 20 Dec, 2023

Behoeftelijst of Hofnorm

Partneralimentatie wordt vastgesteld op basis van behoefte en draagkracht. daarnaast moet er sprake zijn van behoeftigheid. Van behoeftigheid is sprake als een partij niet voldoende inkomsten heeft tot zijn/haar levensonderhoud, noch zich deze in redelijkheid kan verwerven.

De behoefte wordt afgestemd op de welstand tijdens het huwelijk. Wat was je gewend. Vroeger werd de behoefte altijd aan de hand van behoeftelijstjes vastgesteld, totdat de Hof-norm werd geïntroduceerd. Steeds vaker werd gewoon uitgegaan van de Hof-norm, maar ook de Hof-norm leidt  wel eens tot discussie. Als een partij vindt dat hij meer kosten heeft, zal hij dat met een behoeftelijst proberen aan te tonen. En ook wanneer een partij meent dat het inkomen geen goede indicatie geeft omdat juist niet heel het inkomen werd uitgegeven, wordt er nog wel een beroep gedaan op de behoeftelijst.  

Rechters willen af van de behoeftelijstjes en met name de discussie die daarover ontstaat. Zo ook de rechtbank Den Haag.

De rechtbank overweegt dat het stellen en betwisten van een huwelijksgerelateerde behoefte aan de hand van behoeftelijstjes veelal leidt tot een oeverloos debat tussen partijen, waarbij de standpunten ver uit elkaar liggen, en aan de redelijkheid van de standpunten over en weer zeer kan worden getwijfeld. Het op deze wijze stellen en betwisten van behoefte leidt veelal tot een grote ureninvestering van advocaten en navenant hoge kosten voor partijen, bevordert de verstandhouding tussen partijen niet of doet deze zelfs verslechteren en draagt niet bij aan het beslechten van het geschil.

De rechtbank houdt partijen voor dat onder normale omstandigheden ervan mag worden uitgegaan dat zij in min of meer gelijke mate het genot zullen hebben gehad van het gezamenlijke inkomen gedurende de tijd dat zij samenleefden. Aldus bezien is, in aanmerking nemende dat het voeren van een eenpersoons huishouden in de regel wat duurder is dan een meerpersoons huishouden, de zogenoemde hofnorm als vertrekpunt bij het bepalen van de huwelijksgerelateerde behoefte als uitgangspunt niet onredelijk. De hofnorm houdt in dat de huwelijksgerelateerde behoefte (afgezien van de kosten voor de verzorging en opvoeding van kinderen) gelijk is aan 60% van het huwelijks inkomen. Indien een partij meent dat in een specifiek geval moet worden afgeweken van de hofnorm, dan ligt het naar het oordeel van de rechtbank op de weg van die partij om dit aan te tonen én om een verklaring voor die afwijking te geven. (uitspraak van 6-7-2018/8056)

Het gerechtshof Arnhem Leeuwarden overweegt het volgende:

De vrouw stelt zich op het standpunt dat haar behoefte volgens de hofnorm € 1.786,- bruto bedraagt. Zij legt een behoeftelijst over op basis waarvan zij haar behoefte op minimaal € 1.634,- becijfert. De man maakt bezwaar tegen toepassing van de hofnorm. Uitgangspunt is volgens hem wat de vrouw in redelijkheid nodig heeft om van te kunnen leven. De vrouw dient haar behoefte, aldus de man, aan de hand van gegevens te onderbouwen. Dit heeft zij volgens hem niet, althans onvoldoende gedaan.

Het hof stelt het volgende voorop. De hoogte van de behoefte van de vrouw is mede gerelateerd aan de welstand tijdens het huwelijk. Bij de bepaling van de hoogte van de behoefte dient rekening te worden gehouden met alle relevante omstandigheden. Dit betekent dat de rechter zowel in aanmerking zal moeten nemen wat de inkomsten tijdens de laatste jaren van het huwelijk zijn geweest als een globaal inzicht zal moeten hebben in het uitgavenpatroon in dezelfde periode om daaruit te kunnen afleiden in welke welstand partijen hebben geleefd. De hoogte en de aard van zowel de inkomsten als de uitgaven geven namelijk een aanwijzing voor het niveau waarop de onderhoudsgerechtigde na de beëindiging van het huwelijk wat de kosten van levensonderhoud betreft in redelijkheid aanspraak kan maken.

De behoefte zal daarnaast zo veel mogelijk aan de hand van concrete gegevens over de reële of de met een zekere mate van waarschijnlijkheid te verwachten kosten van levensonderhoud door de rechter worden bepaald. In hoeverre de vaste lasten en de overige, globaal te schatten, uitgaven of reserveringen voor te verwachten lasten van de onderhoudsgerechtigde redelijk zijn, zal mede beoordeeld moeten worden naar de mate van welstand zoals deze door de rechter op vorenbedoelde wijze is vastgesteld.

Gelet op het vorenstaande is het aan de vrouw de omvang van de huwelijkse welstand van partijen te stellen. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat tussen partijen niet in geschil is dat hun inkomen ten tijde van hun huwelijk steeds volledig is besteed om in de kosten van hun levensonderhoud te voorzien en dat niet gesteld of gebleken is dat die uitgaven anders dan gelijkelijk aan partijen ten goede zijn gekomen. In een dergelijk geval biedt de hofnorm, waarbij het netto besteedbaar gezinsinkomen tijdens het huwelijk tot uitgangspunt wordt genomen, een heldere en in de praktijk eenvoudig te hanteren maatstaf die leidt tot een reële schatting van de behoefte van de onderhoudsgerechtigde.

Tegenover de betwisting door de man heeft de vrouw aan de hand van het door haar overgelegde behoeftelijstje laten zien welk uitgavenpatroon past bij dit bedrag. Het hof constateert dat de man de door de vrouw becijferde minimale behoefte van € 1.634,- per maand slechts globaal heeft betwist. De op dat lijstje genoemde bedragen komen het hof reëel voor. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat ook andere bestedingskeuzes - op basis van persoonlijke voorkeuren of situaties - mogelijk zijn, maar anders dan de man wellicht meent, is het niet aan het hof zich uit te laten over deze individuele keuzes van de vrouw. Deze wijze van beoordeling heeft als bijkomend voordeel dat ex-echtgenoten niet in een positie worden gebracht waarin zij zich genoodzaakt zien tot nodeloos escalerende discussies over individuele op een behoeftelijst voorkomende kostenposten, hoe gering van omvang ook.

Nu de door de vrouw opgegeven kosten voor haar levensonderhoud het hof derhalve niet onredelijk voorkomen en in lijn liggen met de huwelijksgerelateerde behoefte conform de hofnorm zal het hof voor de verdere beoordeling uitgaan van de door de vrouw berekende behoefte van € 1.634,- per maand. (uitspraak van 21-5-2019/4336)

Het Hof houdt dus ook rekening met reserveringen voor te verwachten uitgaven. Als partijen gewend waren om een groot deel van het inkomen te sparen dan zal de de behoefte conform te Hof-norm, afwijken van een behoeftelijst tenzij je daar ook de post 'reserveringen'  in op neemt. Dat kan, maar sparen om het sparen is geen behoefte. Sparen voor toekomstige uitgaven is wel een behoefte. Je hebt immers niet alleen dagelijkse/wekelijkse/maandelijkse uitgaven, maar ook incidentele uitgaven zoals de aanschaf van een auto, onderhoud aan het huis waarvoor gereserveerd moet worden.


By l.scheepens@hotmail.com 24 Mar, 2024
het redelijkerwijs te verdienen inkomen als grondslag voor de vast te stellen alimentatie
By l.scheepens@hotmail.com 22 Mar, 2024
Kinderalimentatie vastgesteld op basis van vermogen
By l.scheepens@hotmail.com 08 Feb, 2024
Is er recht op afstorting van (niet) opgebouwde pensioenrechten in eigen beheer?
By l.scheepens@hotmail.com 02 Feb, 2024
Is vreemdgaan de belangrijkste reden waarom mensen gaan scheiden? Nee.
By l.scheepens@hotmail.com 19 Dec, 2023
verlaagt aflossing op schulden de draagkracht?
By l.scheepens@hotmail.com 18 Dec, 2023
Kun je betaling afdwingen van een bijdrage voor de kinderen die is vastgelegd in een ouderschapsplan?
By l.scheepens@hotmail.com 17 Dec, 2023
heeft de niet-verzorgende ouder recht op kinderalimentatie ?
By l.scheepens@hotmail.com 14 Dec, 2023
delen van de winst op grond van artikel 1:95a BW
By 896a87dc2850cdf03406d34a9d243971d90bd7d5 06 Dec, 2023
recht op contact met kind in het kader van de ondertoezichtstelling
By l.scheepens@hotmail.com 05 Dec, 2023
Moet de kinderbijslag gedeeld worden als er sprake is van co-ouderschap?
meer blogs
Share by: