Aflossing op schulden als last in de draagkrachtberekening
- By l.scheepens@hotmail.com
- •
- 19 Dec, 2023
- •

Alimentatie wordt vastgesteld op basis van draagkracht en behoefte. De draagkracht is afhankelijk van het inkomen en de lasten. Tot de lasten kunnen ook schulden behoren waarop moet worden afgelost. Schulden die niet verwijtbaar en niet vermijdbaar zijn worden meegenomen in de draagkrachtberekening als last. De verwijtbaarheid zit vaak in het ontstaan of laten bestaan van de schuld.Als de onderhoudsplichtige de zwaardere lasten uit hoofde van zijn verhouding en met oog op de belangen van de onderhoudsgerechtigde had dienen te voorkomen, is sprake van verwijtbare lasten. Bij lasten en schulden kan verwijtbaarheid bijvoorbeeld aan de orde zijn als deze onnodig zijn aangegaan of hebben voortbestaan.
De vermijdbaarheid heeft vaak te maken met de middelen die iemand heeft en/of de hoogte van de schuld die is aangegaan. Als er spaargeld is, hoeft iemand niet te lenen en dus niet af te lossen. Als er moet worden afgelost op een niet verwijtbare en niet vermijdbare schuld dan is de aflossing een last die het draagkrachtloos inkomen verhoogt. Ook als er (nog) niet wordt afgelost, kan er rekening worden gehouden met de schuld. Er kunnen redenen zijn om in afwijking van deze hoofdregel aan bepaalde schulden geen of minder gewicht toe te kennen. Degene die zich op het bestaan van de schuld beroept zal dus voldoende moeten stellen en bewijzen. De rechter zal zijn beslissing moeten motiveren. Belangrijke uitspraken in dit verband zijn een uitspraak van de Hoge Raad uit 2014 (kenmerk 2014:169) en een uitspraak van de Hoge Raad van 9-1-2015 (kenmerk 2015:40).
Mocht het ontstaan van de schuld wel verwijtbaar zijn, maar is de schuld niet vermijdbaar, dan kan nog een beroep worden gedaan op de (on)aanvaardbaarheidstoets. Als er geen mogelijkheid bestaat deze lasten te vermijden of zich daarvan te bevrijden, dan dient te worden bezien of de lasten uit de post onvoorzien en de vrije ruimte kunnen worden voldaan. Is dat niet het geval, dan dient een onderzoek naar de draagkracht plaats te vinden. In dat geval is die onderhoudsbijdrage verschuldigd die de onderhoudsplichtige, de lasten in aanmerking genomen, in staat stelt de noodzakelijke kosten van levensonderhoud te voldoen, dan wel 95% van de voor hem/haar geldende bijstandsnorm vrij laat. Met een berekening zal inzichtelijk gemaakt moeten worden dat iemand (met de verwijtbare maar niet vermijdbare last) minder per maand overhoudt dan 95 % van de voor hem/haar geldende bijstandsnorm. In Paragraaf 7.3 van het Rapport Alimentatienormen (te vinden op www.rechtspraak.nl versie 2023-1) staat dit beschreven.
De vermijdbaarheid heeft vaak te maken met de middelen die iemand heeft en/of de hoogte van de schuld die is aangegaan. Als er spaargeld is, hoeft iemand niet te lenen en dus niet af te lossen. Als er moet worden afgelost op een niet verwijtbare en niet vermijdbare schuld dan is de aflossing een last die het draagkrachtloos inkomen verhoogt. Ook als er (nog) niet wordt afgelost, kan er rekening worden gehouden met de schuld. Er kunnen redenen zijn om in afwijking van deze hoofdregel aan bepaalde schulden geen of minder gewicht toe te kennen. Degene die zich op het bestaan van de schuld beroept zal dus voldoende moeten stellen en bewijzen. De rechter zal zijn beslissing moeten motiveren. Belangrijke uitspraken in dit verband zijn een uitspraak van de Hoge Raad uit 2014 (kenmerk 2014:169) en een uitspraak van de Hoge Raad van 9-1-2015 (kenmerk 2015:40).
Mocht het ontstaan van de schuld wel verwijtbaar zijn, maar is de schuld niet vermijdbaar, dan kan nog een beroep worden gedaan op de (on)aanvaardbaarheidstoets. Als er geen mogelijkheid bestaat deze lasten te vermijden of zich daarvan te bevrijden, dan dient te worden bezien of de lasten uit de post onvoorzien en de vrije ruimte kunnen worden voldaan. Is dat niet het geval, dan dient een onderzoek naar de draagkracht plaats te vinden. In dat geval is die onderhoudsbijdrage verschuldigd die de onderhoudsplichtige, de lasten in aanmerking genomen, in staat stelt de noodzakelijke kosten van levensonderhoud te voldoen, dan wel 95% van de voor hem/haar geldende bijstandsnorm vrij laat. Met een berekening zal inzichtelijk gemaakt moeten worden dat iemand (met de verwijtbare maar niet vermijdbare last) minder per maand overhoudt dan 95 % van de voor hem/haar geldende bijstandsnorm. In Paragraaf 7.3 van het Rapport Alimentatienormen (te vinden op www.rechtspraak.nl versie 2023-1) staat dit beschreven.